De middelbare school
Veel is anders nu middelste meisje naar de middelbare is.
Brood gaat niet meer in de broodtrommel, maar in een zakje. Dat wegbrengen geen optie meer is, daar had ik heus rekening mee gehouden, maar uitzwaaien en haar zadel droogwrijven ‘hoeft ook écht niet meer’.
Ook is er een fontein verse vriendinnen. In de zomervakantie spraken we over de nieuwe klas en vroeg ze of ze bij het klassikale voorstellen moest vertellen over Flo. Ik had er even over nagedacht en uiteindelijk gezegd dat het geen geheim was en niets om je voor te schamen, maar dat ik het ook heel goed begreep als ze even helemaal als Belize wilde schitteren zonder dat er altijd meteen zo’n groot verhaal aan je kleeft. Ze had gezegd dat ze het wel zou zien en op dag één stonden er al vijf fietsen in de voortuin.
Logeerpartijen en mee-eters zijn sindsdien aan de orde van de week ‘want jullie zijn zo lekker relaxed, mam’. Natuurlijk vind ik het een feest om haar nieuwe vriendinnen te ontmoeten, maar er is een klein minpuntje. Net zoals ik nieuwsgierig ben naar de nieuwe hoofdpersonen in ons leven en ik hun de hoodie van het tienerlijfje vraag, zo weet ik dat ook mij na een avondje slapen een evaluatie ten deel valt. Ook aan hen zal gevraagd worden wat voor ouders die Belize heeft, wat voor werk we doen, of het een gezellig huis is en of het een beetje opgeruimd was. Zoiets. Dus ik stel mijn pilates-oefeningen (iets met in een kaarsstand staan en dan je benen zo wijd mogelijk openen) maar weer uit en probeer echt echt écht niet in slaap te vallen met een glas wijn in mijn hand terwijl ik Succession (geweldige serie trouwens) verslind.
Net zoals zij beleefd hun best doen, probeer ik ook een goede indruk te maken.
Vandaag komt R. logeren, een vriendin die mijn meisje nog kent van de kleuterklas. Ze is naar een andere middelbare school gegaan dus we zien haar een stuk minder dan vroeger, toen ik haar haren nog vlocht en ze vaak al voordat ze naar school gingen bij ons aan de keukentafel zat. Ik heb een etentje maar de meisjes redden het zelf. ‘Ik hoef echt geen oppas, mam. Niemand kent Flo zo goed als ik, en R. vindt het juist supergezellig om Flo te zien.’ Als ik rond een uur of elf ‘s avonds de sleutel omdraai word ik verwelkomd door mijn meisje dat de bek van Monti dichthoudt om het blije blaffen te dempen. Ze wenkt me naar de bank waar R. onder een dekentje in slaap is gevallen. Vertrouwd, zoals het hoort. Belize vertelt me dat Flo tegen onze lieve logee aan is gekropen en van geluk kleine kroelgeluidjes maakte. ‘Die geluidjes die ze alleen bij jou maakt, mam.’
Ik aai R. zachtjes over haar volle bos haar. Het is dat het plekje naast haar al bezet is door Flo, anders had ik ook wel naast haar willen liggen en kroelgeluidjes willen maken.