Vakantiestress

 

Het is weer stresstijd. Ja, anderen noemen dat dan vakantietijd, maar als ik mijn vriendinnen zie worstelen met inpakstress, voucherleed, mondkapjesonrust en kleurcodes, dan ben ik blij dat wij dit jaar besloten hebben om thuis te blijven.

 

‘Je moet beter voor jezelf zorgen’, zeiden mijn vriendinnen nog toen ik aangaf dit jaar het buitenland maar even over te slaan. We zaten virtueel aan de borrel en zij waren de vakantie allang aan het boeken. Ik niet. Ik wacht altijd af tot ik meer zekerheid heb. Ik was dus een watje. 

 

En ja … de eerste tijd voelde ik me ook best wel een tutje. Zij gingen online de mooiste huisjes en stranden boeken, en jurkjes en bikini’s bestellen (ja … bikini’s mochten weer, want Linda deed het ook). En de zonnebrand alvast klaarzetten, en ook joggen, verven, scheren, harsen, enzovoort. Ik niet. Ik zat (veel te veel) dropjes te eten en had alle boeken al uit voordat de vakantie goed en wel begonnen was. En mijn zonnebrand? Daar was het etiket al afgeregend, omdat ik hem per ongeluk buiten had laten staan.

 

En ja … ik was soms dus best wel jaloers op hun moed. ‘Gewoon doen!’, roepen zij namelijk altijd bij alles. En ik kon nu niks anders bedenken dan: ‘Maar ik ben zo bang dat we dat virus dan weer van hot naar her gaan slepen.’ Plus: ‘Ik spreek jullie wel. Als jullie straks allemaal terugkomen met zo’n spierwitte afdruk van een mondkapje op jullie bruine toetjes.’

 

Maar zij benaderen zoiets altijd anders dan ik.

 

‘Wie weet kom ik wel een hele leuke gemaskerde man tegen!’ Zo benaderen zij dan zo’n situatie. Ik wil altijd gered worden, maar zij komen ’s nachts thuis met Zorro. Zucht. 

 

Of toch niet “zucht”?

 

Ik merk dat ze dit jaar toch niet helemáál relaxt de deur uitgaan. Ik zie ze nu namelijk voortdurend puzzelen met kleurcodes, bijvoorbeeld. Is het nog geel, of is het al oranje? Lekkere vorm van voorpret. NOT. Ik ben dus dit jaar een stuk minder jaloers, en toen de politie ze onlangs ook nog over de kling joeg, moest ik zelfs een beetje lachen.

 

‘Je bent dringend aan vakantie toe’, adviseerde ik de ene vriendin die in de stress zat door haar voucher die eraan leek te komen. Haar vakantiegebied was inmiddels oranje, en ze ergerde zich groen en geel aan mensen die vanuit dat oranje gebied steeds maar riepen dat het er hartstikke veilig was.

 

Wie moest ze nou geloven? vroeg ze. En ik zei dat ik zou handelen naar het advies van mijn reis- en annuleringsverzekering.

 

En toen kwam dus de volgende die op de rand van een inzinking verkeerde. Maar nu weer over wit. Er zat een witte streep bij haar op de gevel, en de politie had gewaarschuwd dat die daar gezet kon zijn door inbrekers die alvast de route voor de volgende werkweek aan het uitstippelen waren.

 

‘Die engerds weten dus precies wanneer ik op vakantie ben’, riep ze lichtelijk hysterisch.

 

Maar háár kon ik gelukkig wel geruststellen. De politie had hier namelijk volkomen onterecht een hoop onrust gezaaid, had ik gelezen. Die witte strepen bleken daar gewoon gezet te zijn door kabelgravers die moeten zorgen dat zij straks razendsnel internet heeft.

 

Dat had ze eigenlijk maanden geleden al moeten hebben, maar er kwamen steeds kinken in de kabel, waardoor het werd uitgesteld. Net als de vakantie eigenlijk. Het wordt allemaal steeds even uitgesteld, zoals de beslissing over mondkapjes ook steeds weer wordt opgeschoven. Of andere maatregelen om de verspreiding van het virus te voorkomen. En ik ben voor het eerst blij dat ik gewoon een tutje ben en dat ik daar allemaal niet over hoef na te denken.

 

‘Gewoon doen, dat thuisblijven!’ Ik heb het nu één keer geroepen, maar zal verder netjes mijn mond houden. 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke