Vakantie met Flo

 

Ik laat de pas toch maar op tafel liggen. Voor we met vakantie gingen, heb ik er nog snel een besteld.

 

 

 

Een koord met een vrolijke zonnebloemprint waar een kaartje aan hangt. I’m autistic, staat er op de voorkant te lezen. Op de achterkant: Please be patient with me, talk clearly and calmly and do not touch me to avoid causing distress. Nu wil mijn autistje dat koord natuurlijk niet om, maar er een beetje mee wapperen als we wat rumoer veroorzaken bij de douane of bij het aan boord gaan, doet wonderen. Kenners herkennen het groengeel gekleurde lint meteen en anderen tellen door het koord net wat makkelijker 1 en 1 bij elkaar op: dit is een speciaal gevalletje.

 

Nu zijn we in het hotel waar we de hele week door zullen brengen en waar we elke avond zullen eten. Wel zo makkelijk als je overdag aan het skiën bent en je je niet hoeft druk te maken over waar je ’s avonds terechtkan. Bovendien is het eten hier goddelijk en Flo gedijt bij structuur dus elke avond zitten wij op hetzelfde tijdstip aan dezelfde tafel. Bijkomend voordeel: de andere gasten weten ook dat er hier een bijzonder sujet aan tafel zit dus ik hoef maar een avond tekst en uitleg te geven en kan dan heerlijk uitblazen. Zo hoop ik althans.

 

Een beetje spannend vind ik het. Ik zie een grote groep Nederlanders. Een vrouw met haar man, haar zus en vijf volwassen kinderen. Een vrouw blijkt mijn man te kennen. Van werk. Waar ik anders een baksteen op mijn schouders zou voelen, ben ik nu oké. De vrouw is vriendelijk, lacht lief, zegt dat ze me volgt op Instagram en dus ‘alles weet’. Ik voel dat ze Flo bedoelt en ik voel dat het veilig is. Naast ons een ander Nederlands gezin. Uitleggen hoeft niet. Aan hoe ik mijn hand op de rug van Flo leg als ze haar eerste hapje neemt, ziet mijn buurvrouw-voor-een-week hoe de vork in de steel zit. Als de meisjes na twee gangen naar de kamer gaan en mijn lief en ik nog aan een digestief slurpen, maken we een praatje met de buren en benoemen we soepeltjes dat we voor een gestructureerde vakantie kiezen omdat dat fijn is voor ‘onze oudste’. Verdere uitleg wordt niet gevraagd. Het is gezien en het is oké. De volgende dag lunchen we bij Reno’s, een ‘smijttent’ zoals mijn geliefde dat noemt, maar met de beste pizza’s van het dorp. Bovendien kun je mij wakker maken voor hun bruschette. Knapperig van buiten, zacht van binnen, verse tomaatjes en zeldzaam lekker zout. Als de pizza op miraculeuze wijze binnen vijf minuten verdwenen is, gaat Flo naar buiten. Op het bankje naast de ingang nestelt ze zich in het zonnetje. ‘Ik ga de mensen uitzwaaien’, zegt ze als ik naast haar kom zitten. Het is goed hier. Ik duw mijn neus vijf minuten verder richting de zon. Wat heb ik dat gemist. Als ik mijn ogen open, zwaait een vrouw naar me. Met twee armen. Ze oogt bekend, maar ook weer niet helemaal. ‘Ik moet je toch even gedag zeggen.’ Ze laat haar gezin even staan en loopt naar ons toe. ‘Ik volg je. En ben door jou hiernaartoe gekomen. Omdat je zo enthousiast was over dit dorp.’ Of ik het niet vervelend vind dat ze me zo aanspreekt. Ik zeg dat het een eer is. En een plezier. ‘En ik herkende je door Flo!’ roept ze me toe, terwijl ze verder loopt met haar man richting ski-verhuur.

 

‘Flo is famous’, zegt ons jongste meisje. De trots klinkt in haar stem. Als de meisjes skiën, nemen Flo en ik de kabelbaan, die Flo ‘de Baron’ noemt want het is voor haar een Efteling-waardige attractie, naar boven. En weer naar beneden. De meneer bij de lift knikt. Hij herkent ons ook.

 

 

Om half acht worden we aan tafel verwacht. Na een aperitief aan de bar bij Patrick, de barman met de gekleurde ijsblokjes, lopen we via het voorafjesbuffet naar onze tafel. Geliefde druppelt drie snufjes medicijn op een stokbroodje voor Flo en bestelt een eenvoudige pasta pomodoro voor onze dame. Ze is moe van de dag. Of ze haar sneeuwlaarsjes uit mag. Tuurlijk. En misschien met haar sokken op de bank mag. Ook oké. Flo kijkt om zich heen. De tafel met de volwassen kinderen is vrolijk gestemd. Er wordt gelachen. Flo lacht na. De tafel kijkt naar ons allemaal. Twee reacties zijn nu mogelijk. Of mensen worden boos, of ze lachen mee. Het laatste gebeurt. De tafel lacht. Nog een beetje harder. En Flo? Die giert het uit. Ze is er inmiddels bij gaan liggen. Haar hoofd op een van de sierkussens, de knietjes opgetrokken en de Minnie Mouse-sokken op de bank. Met haar armen houdt ze haar zachte buikje vast, zo hard moet ze lachen. Het Nederlandse gezin naast ons kan geen weerstand meer bieden. Er rolt een traan over de wang van Flo.

 

Dan kijk ik naar links. Drie wat oudere, ik gok Deense, stellen zitten naast ons. In hun midden een stevige rode wijn. Ik zie daar ook schouders schokken. Een lach-lawine is hier ontstaan. Ik lach niet hard, maar glimlach. En schud mijn hoofd terwijl ik de traan van de wang van Flo veeg. Mijn lief schuift mijn glas chardonnay naar me toe. ‘We hebben misschien een bijzonder exemplaar gebakken. Maar Flo zullen deze mensen nooit vergeten.’

 

En zo is het. Iggy had gelijk: Flo is famous.

 

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach