Vaarwel Jans

Nog één keer jouw koppie in mijn handen. ‘Ga maar lekker slapen’.

 

 

Een paar weken geleden schreef ik nog hoopvol dat mijn mooie, lieve pluizenbol Jans echt opleefde door de CBD-olie. En dat ik hoopte dat we daardoor nog een tijdlang een setje mochten vormen. Dat het niet de bekende opleving zou zijn voordat…

 

Over de regenboog

Het mocht niet zo zijn. Janssen is over de regenboog. En terwijl ik dit schrijf, biggelen de tranen over mijn wangen. Janssen, mijn trouwe – met je 30 kilo – het kleinste Berner-meisje van Nederland. Wat hield je je altijd groot. En wat was je dapper. En wat hebben we samen veel doorstaan.

 

Warme snoet

Toen jouw baasje twee jaar geleden besloot om ons te verlaten, snapte je er helemaal niets van. Maar je begreep wel dat er iets flink niet in de haak was. En daarom krabbelde je net zo lang aan mijn slaapkamerdeur – terwijl ik de lakens nat huilde – om strak naast me te komen liggen. Met je warme snoet, terwijl je onbeholpen een poot om me heen sloeg. Of althans, iets wat daarop leek.

 

Altijd blij

En toen ik vorig jaar zes weken naar het plafond lag te koekeloeren vanwege een rugoperatie, doorgrondde je het ook. Jouw ogen zeiden dat het heus niet erg was dat we niet het zandpad op konden. Dat de tuin en het weiland ook goed waren, waar je dan maar alleen rondstruinde. Om regelmatig bij me te komen kijken. Met drekpoten en een stok in je bek. En altijd blij te zijn!

 

 

 

 

Geen piep

Het eten smaakte je steeds minder, je trok je terug, te veel en te vaak onder de grote boom. En de ochtend voordat ik ging sporten, moest ik je echt helpen bij het opstaan. Jouw achterpoten wilden niet meer. Je gaf geen piep, maar de pijn in jouw hondstrouwe ogen zei genoeg. Moeizaam strompelde je de tuin in, naar het plekje waar je steeds vaker lag. En het liefst bleef liggen. De hele dag.

 

Goed geweest

Toen ik – krap een uur later – thuiskwam, lag je er niet. En ik wist: je hebt een ander plekje opgezocht. Omdat je het goed vond geweest. Het was niet moeilijk om jou te vinden. Je lag bij de modderpoel, daar waar je altijd zo graag, zo vies mogelijk werd. Ha!, want echt een charmante dame was je niet. Maar mijn hemel, wat hield ik van de kikkerdril in jouw vacht!

 

Een laatste kus

En toen, toen kwam de dierenarts. Terwijl we samen in het gras lagen. Ik op mijn buik voor jou. Je koppie in mijn handen. Sussende woordjes: ‘We gaan lekker slapen Jans, alle hondjes slapen al.’ (Want dat zei ik iedere avond voor het naar bed gaan). Nog een laatste kus, een kroel, jouw pootje in mijn handen, jouw hondstrouwe, prachtige bruine kijkers, die me nog één keer met zoveel liefde aankeken. Langzaam gleed je weg. Heel vredig en heel tevreden liet je het leven. Een prachtig leven dat we samen opliepen. Het is goed zo. Maar mijn hemel!, wat mis ik je, mijn allermooiste, onvoorwaardelijk trouwe Janssen.

 

Wat hadden we het goed

Bij de modderpoel is nu een grafje waar bloemetjes bloeien. En er staat een bankje waar ik dikwijls zit te mijmeren. Over jou en over mij. Over ons samen. En waar ik dankbaar zit te zijn. Want wat hadden we het goed. Wij tweetjes. Voor altijd in mijn hart. Dag lieve Jans, dag.

 

Door: Jolanda Groothuis

Jolanda Groothuis is als tekstschrijver in een mannenwereld wel goed gelukt. Of ze de lezers van Franska weet te boeien zal vanzelf blijken. Deze (meestal) nuchtere Twentse woont op het platteland. De sociale controle waardeert ze, tot op zekere hoogte. Maar ze is wars van roddel en achterklap.

Afbeelding van Jolanda Groothuis