Twee zielen, één gedachte
Pieter-Jan werkt offshore op een booreiland, wat wil zeggen dat hij globaal de helft van het jaar van huis is om keihard en te buffelen en goed te verdienen, om de rest van zijn tijd thuis bij zijn vrouw en kinderen zoet te brengen, waarvoor hij dan ook zeeën van tijd heeft.
Zijn vrouw Petra is er best mee in haar element om de tijd nu en dan aan zichzelf te hebben, dus die hoor je niet. Behalve met de feestdagen. Met de feestdagen wil ze Pieter-Jan thuis hebben, bij haar en de kinderen. Maar er valt nu eenmaal niet veel te kiezen en te willen wat dat aangaat. Als Pieter-Jan zijn rooster krijgt, moeten ze het er maar mee doen. Voor dit jaar helaas geen Pieter-Jan met de kerst en ook niet met oud en nieuw, was het daarom.
Half december belde Pieter-Jan. Of Petra enig idee had waar hij over belde? Of Petra goed op haar stoel zat? Of ze nog steeds net zoveel van hem hield als altijd? Want als dat zo was, dan had hij misschien wel een heel leuke verrassing. Hij kon zo zeggen dat ze door het dolle zou zijn als ze het hoorde. Ze zou hem om zijn nek vliegen, ze zou alles voor hem doen! Want wat was het geval? Met oud en nieuw zou hij thuis zijn. Hij had iets kunnen regelen met een kerel die vader wordt en moest schuiven met zijn rooster. Ze hadden erom gedobbeld aan boord en wie was de gelukkige winnaar? Nou? Rond de klok van acht op nieuwjaarsavond zou hij paraat zijn. Wat hem betreft kon ze vast met de oliebollen in de weer.
En óf Petra en de kinderen door het dolle waren. Samen het nieuwe jaar in! Dat moest gevierd worden. En zo begonnen de plannen. Ze zouden wat vrienden vragen. Een feestje bouwen. En bij een feestje hoorde natuurlijk muziek. Niet zomaar ouderwets een plaatje draaien. Hun vriend Karel kwam met een lumineus idee, omdat hij het laatst ergens had meegemaakt; hij kon een draaiorgel regelen. En als Pieter-Jan dan de straat in kwam, zou dat orgel zeemansliederen spelen.
En zo kon het verkeren dat er op oudejaarsavond een draaiorgel werd geparkeerd voor het huis van Pieter-Jan en Petra dat zou inzetten zodra Pieter-Jan in de buurt was. Ze zaten binnen te wachten met z’n allen. En ze hadden alvast een glaasje genomen om in de stemming te komen, want het moest nu elk moment zo ver zijn dat de buurvrouw verderop een seintje zou geven dat de taxi was gesignaleerd die Pieter-Jan thuis zou brengen.
‘Ik zou maar gauw naar buiten komen’, was alles wat de buurvrouw had gezegd. Ze hoorden het al van ver. Dit was niet zomaar een drumbandje. Dit was een drumband! Met Pieter-Jan in vol ornaat als tambour-maître voorop. Even oorverdovend als het getrommel zette ook het draaiorgel in. Hoe lang het feest doorging? Het was al licht in een gloednieuw jaar!