Twee en twee is…
Wieke: Hoeveel twee en twee is? Veel. In mijn geval. Men zegt dat als je onder het sterrenbeeld Tweelingen bent geboren, je alles dubbel doet en koopt. Qua mannen, daden, schoenen en spullen.
Nou, daar gaan we. Mannen. Hoe vaak is me dat niet gebeurd? Dat je die ene leuk vindt, maar de andere nét iets leuker en dat je ze allebei toch onder handbereik houdt, mocht die ene tegenvallen. Ik was ooit lid van een meisjesdispuut in Amsterdam. Voor een deftig diner moesten we met een partner komen. Waar haalde ik die zo snel vandaan? Ik had op dat ogenblik geen vriendje. Ik belde Wouter. Hij wilde wel mee. Maar stel dat hij zou afzeggen? Ik belde ook Victor. Zeker, hij ging mee, leuk! Shit. Met wie zou ik de mooiste sier maken tijdens dat diner? Met Victor. Dus ik belde Wouter af. ‘Sorry, ik voel me niet zo lekker, ik ga niet.’ Te erg, ik weet het. Bleken Victor en Wouter elkaar heel goed te kennen. Victor belde mij af. Terecht. Op het laatste moment, dus ik moest alleen naar dat diner, waar iedereen met een jongen verscheen. Het werd een afschuwelijke avond.
Nog één mannendingetje? Mijn huidige man had een neef. En ik vónd die neef toch leuk! Enfin, het werd een gecompliceerde toestand, waarover ik niet zal uitweiden, maar het voorlopige einde van het liedje was dat ze me allebei woedend de hartelijke groeten deden. Alles kwam een jaar later goed. Nu, ruim veertig jaar later, ben ik getrouwd met de één en zijn wij goede vrienden gebleven met neef.
Mijn man had een neef. En ik vónd die neef toch leuk! Dat werd een gecompliceerde toestand
Nu naar de schoenen. Mijn moeder kocht altijd twee paar dezelfde schoenen. En twee bloesjes, voor het geval je onuitroeibare ketchup/kerrie/wijnvlekken op het ene bloesje zou maken. Twee lappen stof, stel dat je te kort zou hebben. Twee sjaaltjes. Want wie weet kon je daar iets leuks van maken. Doe ik allemaal ook.
En wat mijn zus en ik allebei ook doen: twee pakjes allesbinder, twee pakjes bouillontabletten en twee potjes van alle kruidensoorten kopen, want je zult maar zonder zitten. En dat dan vergeten, zodat we eindigen met van al die spullen zeker zes aangebroken potjes, flesjes en pakjes. O ja, ik lees ook altijd twee boeken door elkaar heen.
Wat zou dat nou toch zijn? Een hamsterwoede die onze Neanderthaler-voormoeders al hadden? Of is het iets lichamelijks? We hebben twee ogen, twee nieren, twee neusgaten, twee lippen, twee oren, twee benen, enzovoort. Slechts één hart. Ik denk dat dát opzet is van degene die ons heeft bedacht. Zodat we daar zuinig op moeten zijn. Net als op die ene man…
Nu ga ik een kop koffie halen. Met twee koekjes.
Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.