Toppie, mieters en vet

 

Sommige tijden kun je samenvatten met kernwoorden.

 

 

 

Oorlog, drooglegging, apartheid, disco, permanentje, woningtekort, autoloze zondag, hotpants, Mash, Theater van de Lach, Fiets ‘m d’r in; het zijn allemaal woorden die een bepaald tijdperk bij je oproepen.

 

Maar hoe gaan we de huidige tijd dan samenvatten?

 

Corona? Overstromingen? Schietpartijen, lachgas-ongelukken, online les, cryptomuntendrama, personeelstekorten, toeslagenaffaire en afbrekende gletsjers? Gezellig!! Wordt dát nou wat men zich straks herinnert van mijn leven? De woorden ‘nee’, ‘tegen’ en ‘onacceptabel’? Gaan mijn eventuele achterkleinkinderen straks les krijgen op schermpjes van een robotjuf die ze leert over protesten, stille tochten, blokkades en dierenruimingen? Wat een vreselijk idee.

 

Ik heb eigenlijk een behoorlijk vrolijke jeugd gehad, qua tijdsbeeld. Ook in mijn tijd was er erg veel werkeloosheid en toen ik van school kwam was er een enorm tekort aan woningen en was de hypotheekrente extreem hoog. Maar gek genoeg gingen wij toch met volle moed aan de bak toen we van school kwamen. Op het Leidseplein, waar ik toen werkte, was de ene na de andere bommelding, en even daarvoor waren er basisscholen en treinen gekaapt met gruwelijke afloop. Je had de IRA, de ETA, de RAF, de Russen, Idi Amin en Nicolae Ceauşescu, en toch had ik plezier in het leven. Was ik dan zo naïef?

 

Ik liep dwars door de krakersrellen naar huis, omdat ik dat gezeik zo vond ophouden. Een ME’er wees toen op zijn voorhoofd en geleidde mij daarna veilig het Museumplein af, en ik heb hem daarna bedankt en mijn excuus aangeboden voor mijn onbezonnen tocht. Zo kan het dus ook! Het kwam gewoon niet bij me op om hem in elkaar te trappen omdat hij me aanraakte, maar als ik eraan terugdenk begrijp ik zelf ook niet zo goed meer waarom ik eigenlijk niet bang was. Kende ik dan geen angst? Was ik zo onverschrokken? Welnee! Ik was toen ook al een angsthaasje.

 

Maar ik denk dus dat het gevaar hiervan me een beetje ontging, omdat ik er niet de hele dag op gewezen werd. Pas ’s avonds op het journaal zag ik waar ik tussendoor gelopen was. Best een beetje dom, dus. Maar ik had naast een leuke baan, fijne collega’s, een zware verliefdheid, veel feestjes, een nieuwe fiets en een hoop lol niet zo’n oog voor al die ellende in de wereld. Terwijl ook toen elke maand wel een fiets van me werd gejat.

 

Maar wat nu anders is, is dat ik het toen nog niet op sociale media zette. Want die waren er toen nog niet. En ik kreeg daar dan ook niet 14.000 reacties op over hoe rot de wereld was, wiens schuld dit was, en hoe ik ongezien een andere fiets kon stelen omdat ik daar gewoon recht op had na zoveel gestolen exemplaren. En ook nog waar ik de verantwoordelijke minister kon vinden!

 

Welnee. Degene aan wie ik het vertelde, vond het dan rot. Punt! En dat was het. En daarna namen we een Coebergh met ijs, want dat was hip en dat vonden we lekker. En dan kwam er ook niet meteen iemand melden dat alcohol drinken héééél gevaarlijk was, en dat wij dus heel erg dom waren en dood moesten. Want ook het drinken van Coebergh zette we toen nog niet op Facebook, Instagram, TikTok en Twitter. Dat bestond gewoon nog niet!

 

Gut, wat een achteruitgang eigenlijk, al dat “sociale” gedoe. Zo’n platform waar je rechtstreeks schietpartijen op kunt livestreamen, is dat nou vooruitgang te noemen?

 

Moeten we daar nou blij mee zijn? En brengen we mensen er niet mee op ideeën?

 

Ik wil jullie dus eigenlijk iets vragen. Willen jullie hieronder alsjeblieft wat positieve woorden plaatsen die ik alvast kan opschrijven voor mijn (achter)kleinkinderen? Om straks met kernwoorden te duiden hoe goed wij het hier in deze bizarre tijd ook nog hebben. Ondanks een oorlog en ondanks klimaatproblemen, recessie, inflatie, gastekort, enzovoort.

 

Woorden over wat er wél goed ging in onze tijd, zeg maar.

 

Ik gooi alvast wat op: recycling, schuldhulp, vaccinatiemogelijkheid, compensatieregelingen, zelftest, rookvrij en vergroening.
Iemand nog iets anders leuks?

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke