Tja, dat thuiswerken…
Het heeft zo z’n voordelen. Maar ook nogal wat nadelen. Hoogste tijd om de boel te evalueren.
Ik werk al heel lang een aantal dagen per week thuis. Eigenlijk al sinds ik begon met werken en dat is best lang geleden. Het overkomt me vaak dat ik thuis zo hard zit te werken, dat ik om een uur of vier ’s middags ontdek dat ik helemaal niets gedronken of gegeten heb sinds m’n boterham van ’s ochtends zeven uur. Of dat m’n man aan het einde van de dag zegt dat er de hele tijd van die leuke vogeltjes (staartmeesjes of zo) in de tuin rondvlogen. Heb ik niet eens naar buiten gekeken.
Vraag is dus eigenlijk of dat thuiswerken wel zo geschikt is voor een workaholic. Naar het werk gaan betekent natuurlijk ook dat er een einde aan de werkdag komt. Deur dicht, laptop in je tas en naar huis. Dan is het echt een stap om dat ding er weer uit te halen. Zolang ‘ie voor je snufferd staat, kun je gewoon elk moment verder. Thuis eindigt een werkdag nooit, als je niet uitkijkt. Ook dat stoppen vereist natuurlijk een soort discipline.
Voordeel is dat thuiswerken veel tijd scheelt: je kunt meteen beginnen ‘s ochtends, staat niet eerst in de file of op een vertraagde trein te wachten. Je wordt ook niet van je werk gehouden door collega’s bij het koffieapparaat. Aan de ene kant is het dus een uitkomst, aan de andere kant ook iets wat je jezelf goed aan moet leren. Want jij begint dan misschien wel om zeven uur, de meeste mensen die op kantoor zitten beginnen later. Als je dan bereikbaar wilt zijn totdat zij stoppen, werk je zomaar elf of twaalf uur op zo’n dag.
Je moet het dus aankunnen
- Er schijnen mensen te zijn die een wakend oog nodig hebben, omdat ze misschien ‘spijbelgevoelig’ zijn. Of ligt het aan een bepaald soort baas die dat denkt? Je hebt natuurlijk bazen die iemand sowieso alleen vertrouwen zolang ze hem of haar zien. Mensen die leidinggeven moeten het dus ook aankunnen.
- En dan heb je collega’s die vragen of je lekker in de tuin zit te werken. Alsof dat handig is, steeds het zonlicht op je scherm. Vliegen op je hoofd. Een plotselinge regenbui op je PC, of een windvlaag die alle papieren meeneemt. Zouden die collega’s je soms ook niet vertrouwen?
- Of buurvrouwen en vriendinnen die niets te doen hebben en denken dat ze wel even langs kunnen komen, want je bent thuis en ‘dus niet aan het werk’.
- En even bij elkaar zitten om te overleggen gaat soms ook wel weer makkelijker, dan al dat heen en weer ge-e-mail en ge-app met alle mogelijke misverstanden van dien. Want iets opschrijven kan zomaar heel anders overkomen dan iets zeggen. Dat laatste herstel je ook makkelijker en sneller.
- En dan zijn er dus die mensen die van geen ophouden weten, want je werk is thuis altijd om je heen, tenzij je zo sterk bent, dat je een deur achter je dicht kunt trekken.
Vraag blijft dus of de voordelen van thuiswerken opwegen tegen de nadelen. Dat is voor iedereen een persoonlijke keuze. Behalve natuurlijk voor al die beroepen waarbij thuiswerken helemaal niet kan. In de zorg, de horeca, winkels en het onderwijs bijvoorbeeld. Al zou je misschien bij een aantal banen al het administratieve gedoe van je werk best thuis kunnen doen. Of gebeurt dat al lang?
Conclusie voor mezelf
Aan de ene kant: als ik niet had thuisgewerkt (en als ik kinderen had gehad en geen vrienden en buren die begrijpen wat thuiswerken voor mij betekent), had ik nooit zoveel kunnen doen als nu.
Aan de andere kant: eigenlijk was ik al die tijd niet geschikt om thuis te werken, want ik weet van geen ophouden. Ben ik lekker snel achter, hè?
Trouwens, aan al die ellenlange files te zien is het nog helemaal niet zo ontzettend algemeen verspreid en geaccepteerd, dat thuiswerken. Ik zou best eens willen weten hoeveel procent van de werkende bevolking nou eigenlijk thuis zit te klussen.
Hoe zit dat bij jou? Heb jij er ervaring mee of een mening over?
Door Franska
Fotografie portret: Esmee Franken. Visagie: Linda van Ieperen. Haarstylist: Mandy Huijs.