De dampende kijker
Ook zo’n zin in een hittegolf? Ik zó verschrikkelijk niet!
Net hoor ik van de makelaar dat we overmorgen, als het een tropische dag wordt, een ‘dampende’ kijker krijgen. Wat stel ik me daarbij voor? ‘Hij is bang dat het zijn neus voorbij gaat’, legt ze uit.
Wij moeten weg, dondert niet waarheen, maar wij mogen niet in ons eigen huis zijn als er kijkers komen. Bij een vorig huis dat ik verkocht, bleef ik gewoon in mijn werkkamer zitten en daar ging ik uit als men die wilde zien. Buiten waren jonge eendjes aan het spelen in een teiltje water dat ik had neergezet en ik denk nog steeds, dat die idylle, eendjes in de tuin en op mijn schoot en in het gras, die kijkers hebben overgehaald. Helaas heb ik nu geen eendjes meer. Wel logeerhond Sjors, die vandaag naar huis gaat. Dan hebben we morgen nog om op te ruimen en het huis te luchten, zodat het niet meer naar hond ruikt, maar naar wilde orchideeën. Of zo. Toch hè? Wie weet zou het een succes zijn: Sjors op schoot bij de dampende kijker, die prompt een koffer met bankbiljetten leegt op onze tafel. Terwijl wij die zuinigjes bekijken, zou hij smekend op de knieën gaan: ‘Hier nog wat extra!’ En dan zou ik mijn grootste troef uit de kast halen: ‘maar we hebben nog een Canadees aan de haak die ons huis ongezien wil kopen!’ En dat hij vervolgens, gretig, nóg meer bankbiljetten uit zijn broekzak haalt en vraagt of hij Sjors ook mag kopen.
Vanochtend was Sjors vroeg uit de veren. Dan hoort hij de bezorger van de Volkskrant en weet hij: het is de hoogste tijd om te gaan blaffen, zodat stiefbazin naar beneden komt om brokjes in mijn bak te doen. Kwart over zes. Het moest verboden worden. Hij brokjes. Ik een snelle bak koffie. Het bos in. Er gebeurt van alles in zo’n bos wat een hond leuk vindt: salamanders, eekhoorns, diezelfde ree
van vorige week, tikkende Woody Woodpeckers en kleine kikkertjes. Zaten die maar allemaal tegelijk in mijn tuin, dan was het helemaal een idylle. Ik hoop toch dat er overmorgen minstens een paar eekhoorns in de bomen buitelen. Opvallend in het zicht.
‘Haal het dek van het zwembad af’, adviseert de makelaar. Absoluut. Zal ik de kijker een kaartje sturen met: ‘Neem je zwemspullen mee en je wordt na de BBQ thuisgebracht’? Zucht. Het is me wat, die beslissing om te verkassen van groot naar veel kleiner. Beter voor ons allebei, dat wel. Gelukkig komt na de tropische donderdag nog een tropische zaterdag en dan komen de kinderen en kleinkinderen zwemmen. Misschien wel voor het laatst dat dit kan. Dubbel hè?, mailde een vriendin. Dat is het ook. Goed. Ik moet nu echt aan de poets. Het opgeruimde strijkkamertje ligt weer vol. De badkamer is niet iets waarvan je zegt: die haal ik effe door een ringetje. Ah nee! Ik kijk naar buiten en zie de eekhoorns en de groene spechten! ‘Overmorgen pas jongens, onthou dat nou es!’ Alles, echt alles hebben wij over voor die dampende kijker!