En nu heb ik hoofdpijn
Arme Simon. Toen hij met zijn columns begon, heb ik hem nog geadviseerd over het (niet) aanleggen van voorraden, maar ik was vergeten te vertellen dat je ook maar beter geen mening kunt hebben.
Nu heeft hij dus geschreven dat hij zich stoort aan schrijffouten, en dat werd niet gewaardeerd. En dus staat hij in alle kranten. Want ja … “Simon Keizer verguisd” is nieuws.
Ikzelf ben nu bezig met een stuk over pijnstillers. Die kan hij nu ook wel gebruiken, denk ik, maar ik weet zelf nu ook niet meer goed waar ik het over durf te hebben. Voordat de eerste honderd woorden op papier staan, is alles wat op feiten leek alweer achterhaald. Ik schiet dus niet erg op met mijn stuk.
Kennis is macht, zeiden ze ooit. Maar dat is veranderd. Aan kennis wordt tegenwoordig getornd, en macht wordt toegewezen aan de luidste stem. En wanneer die luidste stem dan last krijgt van keelpijn, kon je vroeger nog gewoon een paracetamolletje adviseren, maar ook dát kun je maar beter niet meer doen. In paracetamol zou namelijk een kankerverwekkend goedje zitten.
Maar geen paniek hoor. Niet in Nederland. Waarschijnlijk wel ergens anders, alleen wáár, blijft geheim.
Tsja … wat kan ik er dan eigenlijk nog over schrijven? Ik wil natuurlijk niemand bang maken, maar ik kan ook niemand geruststellen, want ik weet niks. Pfff … je zou er hoofdpijn van krijgen. En daarom ga ik het onderwerp maar teruggeven. Kijken of ze een veiliger onderwerp voor me hebben bij de medische instelling waar ik voor zit te tikken. Iets waar ik meer verstand van heb.
“Zwangerschap”, bijvoorbeeld. Want zwanger ben ik zelf ook geweest, en met een beetje mazzel proberen zwangere vrouwen zo weinig mogelijk paracetamol te slikken.
Ja, nee … en zwangere mannen natuurlijk ook! Ik weet niet hoe snel de ontwikkelingen gaan, maar ze zullen vast tijdens het ter perse gaan al bestaan. Ik wil dus vooral niemand buitensluiten, maar ik probeer gewoon het onderwerp paracetamol te vermijden. Pffff.
Hoewel dat eigenlijk niet kan, want ik wil ook die vrouw noemen die een kurk tegen haar hoofd kreeg, die uit de fles met blauwe confetti plopte op haar gender reveal party. Zij kon daarna wel een paracetamolletje gebruiken, dus … pfff … het onderwerp zwangerschap dan ook maar laten varen?
En een gender reveal party?! Kan dat eigenlijk nog wel? We zijn alles genderneutraal aan het maken, behalve dan vóór de geboorte. Omgekeerde wereld eigenlijk. Daar komt dus vast commentaar op.
“Weet je wat,” app ik het tijdschrift, “ik ga wel over die koe uit Haarlem schrijven. Lijkt me veiliger!”
“Koe???”, was het antwoord. Wij hebben een medische achtergrond, hè!!
“Ah joh, dat zegt tegenwoordig toch niks meer,” app ik terug. “Half Nederland twijfelt tegenwoordig aan jullie inzichten. Met een paar uur (online) zelfstudie weet je tegenwoordig meer dan iemand die jaren heeft gestudeerd aan een universiteit hoor. Dus verbeeld je maar niks.
“Oké”, antwoordden ze toen geheel naar verwachting. Want hoe langer je gestudeerd hebt, hoe beter je weet dat je eigenlijk niks weet. En meestal gaan die gestudeerde types dan ook nog verder vragen, maar dat deden ze vandaag gelukkig niet.
Is ook irritant, toch? Dat je dan iets hebt opgezocht op internet, en dat je dan bij de dokter komt voor alleen nog maar een receptje. Dat dóórvragen dan van zo’n huisarts. Zó vervelend. Maar daarover een andere keer, want ik moet óók nog rekening houden met het aantal woorden.
“Nou … die koe deed dus een dagje Haarlem, nadat ze de sloot was overgezwommen vanuit het weiland van de boer. Ja, verder niks over boeren, hoor! Ook een levensgevaarlijk onderwerp. En ik zal dan ook niet over minder vlees beginnen”, app ik weer.
“Maar heb je die laatste opmerking gelezen?”, appten zij toen weer. “Iemand zegt dat de koe precies op tijd kwam en dat hij de barbecue alvast gaat aanzetten! Klinkt dat niet seksistisch? Of beledigend?”
En nu heb ik dus wéér geen onderwerp.
Maar wel hoofdpijn.
Mag ik een paracetamolletje?