Tineke helpt een collega

 

Dat Simon Keizer schrijven kon, dat wisten we al. Hij slingert met vriend Nick de ene na de ander hit op papier. 

 

Maar nu gooit hij er nog een schepje bovenop! Nu schrijft hij ook nog columns voor LINDA. 

 

Leuk! Al ben ik nog steeds niet over het vertrek van Henk van Straten heen.  

 

En ik heb nog een tip voor Simon: als je achttien columns schrijft in drie weken, dan moet je daar niet (écht NIET) de pers over inlichten. 

 

Regel één bij het schrijven van columns is namelijk al heel lang (of op zijn minst sinds het moment dat mensen erop kunnen reageren) ‘niet opscheppen’. Als je trots bent op wat je kunt, dan mag je dat melden. Maar zet er dan altijd bij dat het in vergelijking met – en zoek dan naar iemand die het nóg beter kan – niets, maar dan ook he-le-maal níets, voorstelt. 

 

Bovendien schept het verwachtingen.

 

Als je nu al verklapt dat je in drie weken tijd achttien columns uit je mouw weet te schudden, dan weten redacties je voortaan te vinden! Telkens als er dan snel een stukkie moet komen, komen ze bij jou. Pas daar dus mee op, want je hebt ook nog andere dingen te doen. 

 

Nou, ja… ach… ik tik dit wel, maar waarschijnlijk leest hij dit helemaal niet. 

 

Zal ik hem anders even bellen? Ja, ik kan het natuurlijk ook gewoon onder zijn column plaatsen, maar dat vind ik zo eigenwijs staan. Ik bedoel: wie ben ik nou helemaal? En waarom zou ik er meer verstand van hebben dan hij? 

 

Of… nou ja… een klein beetje credits heb ik natuurlijk wel. Ik ben een collega. En als ik zie vanuit welke hoek mensen soms reageren, dan lijkt het alsof je niet per se verstand van iets hoeft te hebben om te vertellen hoe het beter kan (lees: moet). 

 

En eigenlijk bedoel ik ook helemaal niet te zeggen dat hij het niet goed doet! Zeker niet! Ik wil hem alleen maar beschermen. 

 

Hmmm… zouden die andere reageerders dat ook hebben? 

 

Nou ja… anyway… ik spreek uit ervaring als ik zeg dat achttien columns op voorraad hebben nul komma nul zoden aan de dijk gaat zetten. Want dat gaat je echt niet de komende achttien weken ontlasten, Simon! 

 

Hoe ik dat weet? Nou, ik ben zelf ook zo begonnen! 

 

Ik begreep dat gemier over deadlines van al die anderen echt niet. Een columnpje schrijven, hoe moeilijk was dat nou helemaal? En ik ratelde in mijn enthousiasme alvast het ene na het andere stukkie op mijn stickie. Kon ik ze zó insturen als erom werd gevraagd. 

 

Dacht ik… 

 

Maar zo werkt het dus niet. Ik merkte namelijk al snel dat negen van de tien keer het verhaal na een week al nergens meer op sloeg. Óf een ander had er dan al over geschreven, of de wereld was zó veranderd dat de inzichten verlegd waren, of ik was zelf alweer van mening veranderd. Was mijn waarheid allang weer ingehaald door nieuwe feiten. Ook dat gebeurt. 

 

Zal ik hem dus maar even waarschuwen, deze enthousiaste nieuwe collega?, denk ik steeds. 

 

Ach nee! Straks denken zijn fans dat ik arrogant ben. 

 

En had ik er zelf voor opengestaan als anderen mij toen hadden gewaarschuwd? 

 

Welnee! Ik was (inderdaad dus tóch) arrogant genoeg om te denken dat ik een voorraadje kon hebben liggen. 

 

En daar zit ik nu nog steeds mee! 

 

Ze zijn al jaren oud en gaan over volle terrassen, liefdevolle omhelzingen, feestjes, visite, de sportschool, de kroeg, de steeds ouder wordende mens, het sterftecijfer dat maar blijft dalen, bomvolle winkels, handen schudden, enzovoort, enzovoort. 

 

En die kunnen dus zó de prullenbak in, nu! 

 

Maar ik wens Simon natuurlijk wel heel veel plezier met het herschrijven van alles. 

 

Ik weet ook hoe leuk dát kan zijn. 

 

Succes met je column dus, Simon. En kalm aan, hè!

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke