Slaappopje

Ken je ze nog, die poppen van vroeger? Als je ze rechtop hield dan stonden de oogjes open, en als je ze plat legde dan gingen de oogjes dicht.

 

 

Nou, zo’n popje ben ik dus ook geworden. Met dat verschil dat die poppen altijd mooi blijven, maar dat dit bij mij helaas niet het geval is.

 

Ik heb thuis zo’n lekkere stoel staan die je in twee standen achterover kunt klappen. Bij de eerste stand komt er dan een voetenbankje onder vandaan, en bij de tweede stand lig je min of meer plat. Niet helemaal plat hoor, je kunt nog nét televisie blijven kijken, maar wel precies genoeg om bij mij de oogjes dicht te laten gaan. Dat wil ik niet, maar op een of andere manier kan ik het ook niet meer tegenhouden.

 

Ik heb die stoel ooit aangeschaft om mijn benen wat te ontlasten na een hele dag staan. Ik werkte toen nog in de zorg, en liep de hele dag heen en weer in twee ziekenhuizen. Maar ik had inmiddels helaas ook spataderen, en toen een arts mij bij het langslopen een kamer in sleurde, dacht ik dus eerst nog: owwww… dit lijkt wel een doktersroman, als hij nou maar niet afknapt op mijn spataderen.

 

Maar helaas: hij vond gewoon dat ik heel raar liep en trok me daarom zijn kamer in. En daar constateerde hij meteen een ontstoken achillespees. Meer dan dat zat er helaas niet in, terwijl het echt een hele leuke arts was. Jammer hoor.

 

En toen ik later op foto’s ook nog eens door bleek te lopen met een gescheurde enkelband (ja, ik voelde wel iets, maar ik wilde niet zeuren) werd het wel tijd voor wat actie. Ik ging netjes naar een fysiotherapeut, nam wat meer rust, en daarnaast schafte ik dus een stoel aan met een ingebouwde voetenbank, die dan niet in de weg stond als ik visite had. Over voetenbankjes springen vond ik bij mijn opa altijd erg irritant, en ik wilde in geen geval op mijn opa gaan lijken. Dus, nou ja… dan maar een dure stoel.

 

Maar nu ik de leeftijd heb bereikt die mij opa toen had, verandert er toch iets. Ik ben ’s avonds beduidend slapper dan toen ik twintig was, en ik zit soms de hele avond te gapen. En waar ik in het begin nog de televisiemakers de schuld gaf (‘Saai programma’, riep ik dan snel) viel ik steeds vaker ook door de mand bij leuke programma’s.

 

‘Doe je stoel lekker achterover,’ riep manlief dan steeds, ‘daar heb je dat ding toch voor gekocht?’ En ik moet toegeven: dat voelde wel heel relaxt.

 

Maar nu weet ik dus ook weer waarom ik nooit aan dat soort dingen wil beginnen! Het gaat altijd steeds een stapje verder, en je eindigt altijd waar je niet wilt zijn. En van de week was het dus zover!

 

Ik lag in de luie stand naar de televisie te kijken en ergerde me blauw aan mezelf omdat mijn ogen telkens dicht wilden. Ik ging dus steeds weer terug in de zitstand, en als ik dan weer goed wakker was mocht ik van mezelf weer even achterover gaan liggen.

 

Of, nou ja… “even”. Zomaar ineens waren alle lichten uit, stond de vaatwasser aan, lag de kat in zijn mandje en stond de tv al uit, toen manlief plotseling naast mijn stoel zat en me wakker maakte.

 

‘Misschien kunnen we beter maar naar bed gaan popje,’ fluisterde hij. ‘Ik kon de tv niet meer verstaan omdat je zo snurkte!’

 

Wat???

 

Ik zit vanaf vandaag dus mooi weer voor de televisie op een houten keukenstoel!

 

Want dit wil ik nog niet hoor!

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke