Tineke wordt gek van haar vriendin, een hypochonder
Vandaag had ik haar aan de telefoon met het zoveelste zeurverhaal, en ineens was ik het zat.
Mijn ex-collega waar ik graag mee samenwerkte toen we nog een kantoorkamer deelden, maar waar ik toen ook al gek van werd door haar gemier over al haar kwalen. Ze had altijd wat! En ze had ook altijd de behoefte om dat uitgebreid te laten nakijken door allerlei artsen uit verschillende disciplines, en ook om het daarna te melden bij mij.
En hoe ze het voor elkaar kreeg bij haar huisarts?? Het is me tot op de dag van vandaag een raadsel. Wanneer ik zelf bij de huisarts kom, dan roept die altijd eerst: ‘Kijk het maar even aan.’ Maar wanneer zij komt, staat de ambulance al klaar om haar meteen door te brengen naar een specialist, zo lijkt het wel.
En de uitslag? Die is bij alle kwalen altijd hetzelfde: er blijkt niets (ernstigs) aan de hand.
Maar voordat die diagnose dus gesteld is, heeft ze mij dan al 14x uitgebreid geïnformeerd. Dat deed ze vroeger al, en dat doet ze dus nog steeds. Vroeger kwam ze ‘s ochtends binnen en ging dan meteen van start. Niet met werken, maar met: ‘O, ik heb zó’n pijn in mijn teen vandaag. Ik denk dat hij gebroken is.’ Of: ‘Hoor jij ook dat rare geluid? Of zit dat alleen in mijn hoofd?’ En: ‘Ik kan geen koffie halen vandaag hoor! Er is iets mis met mijn schouder. Eerst dacht ik dat ik verkeerd had gelegen, maar nu denk ik dat er veel meer aan de hand is. Ik ga zo meteen dus maar de huisarts bellen, en misschien moet ik zo dadelijk dus even weg.’
Ze had ook nooit hoofdpijn, maar altijd migraine. Ze had nooit last van een opgeblazen gevoel, maar heftige koliekaanvallen. Nooit spierpijn maar gescheurde spieren, geen maagpijn maar waarschijnlijk een perforatie, enzovoort, enzovoort.
En ineens kon ik het even niet meer hebben. Ik sta op het punt om iemand te verliezen die heel graag wil blijven leven, maar het na een jaren durende strijd gaat verliezen van een levensbedreigende ziekte. En ik kan het dus even niet hebben dat zij vindt dat ik moet denken dat ze doodgaat aan een verkoudheid, en ga vandaag voor het eerst dus eens tegen haar in.
‘Je gaat echt niet dood hoor,’ flap ik eruit als ze zeurt over pijn op haar borst. En dat is geen slimme opmerking tegen iemand die lijdt aan hypochondrie. Ik weet het, ik weet het.
En om mijn bitsheid dus meteen weer wat te verzachten, herinner ik haar aan Tjibbe. Tjibbe (zo heet hij niet, maar zo noem ik hem nu) had ook pijn op zijn borst. Dus Tjibbe belde de huisarts, die huisarts die kwam meteen, en die belde meteen daarna een ambulance omdat Tjibbe waarschijnlijk een hartinfarct had. Tjibbe moest dus met spoed naar het ziekenhuis.
De ambulance kwam met gierende sirene het dorp in, reed door de modder het erf van Tjibbe op, schoof de zieke man in de ambulance en meldde aan het ziekenhuis dat ze eraan kwamen met een spoedgevallletje.
Maar toen …
Toen kwamen ze het terrein niet meer af, omdat ze vastzaten in de modder! Paniek dus.
En… nou ja… lang verhaal kort: Tjibbe is na drie pogingen maar weer uitgestapt, heeft zijn trekker gepakt, heeft de ambulance uit de modder getrokken en is daarna weer netjes in de ambulance gaan liggen.
‘Je bent dus echt niet meteen dood hoor!’ help ik mijn ex-collega herinneren. ‘Als je zag wat Tjibbe allemaal nog kon, dan kun jij nu gerust even afwachten tot je overmorgen aan de beurt bent bij de huisarts, denk ik.’ Ze was namelijk bang dat ze voor die tijd dood zou gaan, huilde ze.
‘O, ja, Tjibbe,’ zei ze toen, ‘dat moet ik je ook nog vertellen. Die is gisteren overleden.’
Nou… en ga er dan maar aanstaan om zo iemand te vertellen dat dat niets te maken heeft met dat hartinfarct van jaren geleden. Pffff.