‘Ik durfde niet bij hem weg te gaan’
Ooit zagen we het helemaal voor ons: huis, man, kinderen. Een leuke baan. Geen overdreven wensen, maar het was een zonnig plaatje. Toen kwam HET ECHTE LEVEN…
‘Drie jaar lang leefde ik in doodsangst. Mijn innemende, charmante en begripvolle man bleek een kille narcist. Niet van de ene op de andere dag, maar geleidelijk. Als een sluipmoordenaar.
Achteraf gezien waren er vele momenten waarop ik weg had moeten gaan. Toch bleef ik geloven in een betere toekomst, want lokte ik zijn agressieve en dominante gedrag niet zelf uit? Hij was immers zo vrolijk en opgewekt wanneer er anderen bij waren.
Deze zwarte periode in mijn leven, dertig jaar geleden, kenmerkte zich door een beklemmende verwarring van mijn kant. Er hing een continue spanning om mijn man heen. Ik deed er alles aan om zijn chagrijnige buien te sussen en incasseerde zijn kwetsende woorden. Dat was een leefbare situatie, totdat ik zwanger raakte. In eerste instantie voelde ik opluchting, want een baby zou onze relatie kunnen veranderen, maar al snel zag ik dat mijn man jaloers werd op het ongeboren kind. De wereld draaide niet langer om hem en vol frustratie en ongenoegen schopte hij mij op een ochtend in mijn buik. Terwijl hij vertrok naar zijn werk, lag ik huilend op de grond. Hoe had dit kunnen gebeuren? Ik was een hoogopgeleide, geëmancipeerde en zelfstandige vrouw. Waar was het mis gegaan? Ondanks de angst voor complicaties bij de baby, durfde ik niemand te vertellen wat er gebeurd was. In die tijd was huiselijk geweld een taboe. De opvatting ‘Waar twee vechten, hebben twee schuld’ vierde hoogtij. Na de geboorte van onze zoon nam de agressie van mijn man nieuwe vormen aan. Nog geen week na de bevalling verkrachtte hij mij met het kind nog aan de borst.
‘Ik vocht als een wilde kat’
Ik leefde in een hel, maar durfde niet te vertrekken. Hij zou me vermoorden en waar moest ik heen? Zelfs mijn familie was dol op mijn man en weigerde te geloven dat hij een andere, sadistische kant had. Op een avond sloeg hij me bont en blauw terwijl ik naast hem in bed lag. Hij probeerde me te wurgen, maar voor de eerste keer stribbelde ik tegen en vocht ik als een wilde kat. Met de kinderen vluchtte ik de volgende ochtend het huis uit.
Ondanks zijn dreigementen, publieke vernederingen en een omgangregeling waar ik voor de kinderen niet onderuit wilde, probeerde ik mijn leven weer op te bouwen. Ik was getraumatiseerd, beschadigd, maar moest verder. Ik wilde mijn zoons een veilige basis geven en het verleden vergeten. Het was financieel niet gemakkelijk als alleenstaande moeder. Kinderopvang was er niet. Als ik nu terugkijk op die tijd voel ik me trots en tevreden. Mijn kinderen zijn inmiddels volwassen, hebben gestudeerd en een eigen gezin.
Toen ik drie jaar geleden met pensioen ging, werd ik voorzitter van Stichting Zijweg, een organisatie van, voor en door slachtoffers van huiselijk geweld. In die functie hoop ik andere vrouwen te helpen in een soortgelijke situatie. Hoe uitzichtloos en eng de toekomst ook lijkt, met de juiste hulp kan ieder leven veranderen.’
Tineke Franssen (68) is voorzitter van Stichting Zijweg. Nieuwsgierig naar de organisatie?
Kijk op www.stichtingzijweg.nl
Interview: Albertine Otten
Wil jij het verhaal over jouw echte leven ook (anoniem) met ons delen? Mail dan naar content@franska.nl.