Toch kan ik mezelf nog kind noemen

 

Tineke: Ik ga al een aantal jaren ouderloos door het leven, maar mag mezelf evengoed nog kind noemen. En dan heb ik het niet over puberaal gedrag, maar over het feit dat ik in het gelukkige bezit ben van een heleboel surrogaatouders.

 

Surrogaatouders zijn mensen die liefdevol het kind van een ander opnemen en ze koesteren als waren het hun eigen exemplaren. En ik kan het iedereen aanraden er een te zijn, én om ze te sparen. Ik heb ze dan ook in verschillende leeftijdsklassen en sommige zelfs dubbel, maar ik doe niet aan ruilen! Ik ben daardoor, denk ik, tot aan mijn dood verzekerd van kaarten (op mijn verjaardag), aandacht (wanneer ik dat nodig heb) en Engelse dropjes (voor onderweg). Het zal straks met rollator misschien best lastig worden om al mijn ouders te blijven bezoeken, maar statistisch gezien moet ik er nog minstens drie van boven de honderd over hebben, waar ik dan met mijn (achter)kleinkinderen naartoe kan. De ideale situatie dus!

 

Toch is het natuurlijk niet altijd ideaal. Ik maak me soms flink zorgen om hun gezondheid als de buitentemperatuur boven de dertig of onder de nul komt. Ik schrik me soms een hoedje als ik er eentje aantref in het verband, gips of hechtdraad, en ik zie dat dat spul niet vers meer is. Ik kan daar dan aan afmeten hoelang ik niet geweest ben en mijn schuldgevoel erop afstellen als was ik een biologische nakomeling.

 

Maar ik klaag niet, hoor. Oh, nee!

 

Ik krijg nooit het beroemde ‘wanneer kom je weer?’ naar mijn hoofd

 

Ik voel me er jong door, omdat ik er waarschijnlijk het ‘oeps-nu-ben-ik-zelf-de-laatste-generatie-gevoel’ mee ga omzeilen. Er is er vast wel eentje taai genoeg om te blijven leven tot ik er niet meer ben. Ook krijg ik nooit het beroemde ‘leef je nog?’, ‘wanneer kom je weer?’ en ‘zou je dat nou wel doen?’ naar mijn hoofd. Daar hebben ze hun eigen vlees en bloed voor. En omdat ik me nooit voor ze schaam, doe ik ook vrolijk mee met mopperen over van alles en nog wat. Bijvoorbeeld dat er teveel gepraat wordt op tv, tegenwoordig. Vooral in talkshows (!)… Bovendien ben ik gek op scrabbelen met woorden als zoutekoekjesschap, gladheidbestrijdingsmaterieel en kachelruitjesreiniger, maar hebben we nooit discussie of ‘BFF’ mag, want dat bestaat bij ons gewoon niet. Ik mag ook lachen als mijn surrogaatmoeder zegt dat ze zich heeft ‘neergelegd’ bij het feit dat ze niet meer kan lopen en ik gruw gewoon liefdevol mee over surrogaatkoffie, wanneer we samen staan te wachten tot het volledig dichtgeslibde koffiefilter ons druppelsgewijs een kop koffie voorschotelt. En als we daarna die bak met prut naar binnen werken en ik krijg weer een aai over mijn bol, dan ben ik weer helemaal gelukkig. Een aanrader dus!

 

 

Bij veel van wat ze dagelijks tegenkomt filosofeert én associeert Tineke (schrijfster/moeder/fotograaf/toneelregisseur/echtgenote) erop los.

Fotografie portret: Esmee Franken, Visagie Linda van Ieperen, Haarstylist Mandy Huijs