Tineke reageert op de nare reacties op Facebook

 

Want pffff, wat was ze daarvan geschrokken zeg…

 

Daar zat ik dan op goede vrijdag. Ik had de avond ervoor naar Franska geappt dat ik met mijn blocnote voor de tv zou kruipen om te gaan genieten van The Passion. Ik kijk dat namelijk elk jaar graag, en ik zou dan meteen de punten kunnen opschrijven die me opvielen. Daar kon ik dan vrijdagochtend mijn tweede actueeltje over schrijven in de rubriek die ik had overgenomen van Beatrijs.

 

Je hebt dan om 07.00 uur al overleg met de redactie en om (uiterlijk) 10.00 uur moet je dan een stuk inleveren. En dat is best aanpoten hoor! Maar goed, met Franska had ik dit keer al de avond ervoor overlegd, en ik ging dus kijken naar The Passion om erover te schrijven.

 

‘Zouden er wel mensen naar gekeken hebben?’ appte ze de volgende ochtend nog. Franska wil namelijk wel dat het haar lezers aanspreekt waar wij over schrijven. Maar de kijkcijfers waren zo vroeg nog niet bekend en die deadline hijgde evengoed door. Zo’n stuk moet namelijk ook nog worden opgemaakt voordat het de site op kan. Er moeten plaatjes bij gezocht, een titel voor verzonnen, en er moet een pakkende kop bij worden gemaakt. Ik ging dus maar snel aan het werk met mijn blocnootje.

 

Maar ik vond The Passion een beetje tegenvallen dit jaar. En wat kon ik daar dan over schrijven? Dat ik eigenlijk alleen Edwin Jonker maar constant vond? Dat ik de anderen zelfs af en toe vals vond zingen en soms zelfs niet eens kon verstaan? Dat leek me zo onaardig, en ze hadden zo hard gewerkt. Dus besloot ik dat het beter was om alleen wat algemenere punten aan te stippen. Die deadline kwam namelijk steeds dichterbij en mijn blad was nog zo wit als witte donderdag. En dan kon ik wel gaan schrijven dat het zulk lekker weer was, maar daar reageren mensen dan op met ‘saai’, of ‘boeien’. En dat is niet de bedoeling.

 

Ik schreef dus maar eerlijk dat ik de samenhorigheid een beetje miste. Dat ik de muziek niet zo begreep, de nummers niet zo herkende, en dat ik de kruistocht met de interviews dit jaar gewoon slecht vond. Verder stipte ik ook nog aan dat ik had genoten van de drummers, dat ik de jurk van Edsilia prachtig vond, dat ik vond dat Dordrecht leuk in beeld gebracht was, en dat ik de “grap” met Maroeska wel kon waarderen. Ook schreef ik dat ik de belichting (met de bloesem) rondom Maria zo prachtig vond, net als de tranen van Jezus en de teksten bij de kus, en dat ik het einde met de apostelen (die iets liefs deden voor een ander) zo kon waarderen. Zo gaf ik toch mijn eerlijke mening, maar viel ik geen mensen aan die keihard hadden gewerkt, maar niet zo lekker uit de verf kwamen.  

En zo had ik toch nog mijn stuk op tijd klaar! Pfff. Of nou ja… vijf minuten te laat! Maar ik ben een beginner, dus dan mag dat nog. Ik haalde dus opgelucht adem.

 

En toen werd het geplaatst…

 

Toen was het met plaatjes bewerkt en opgeleukt, en dan krijg je al snel wat like-cijfers binnen. Of appjes van collega’s. ‘Mooi stuk, Tinus.’ Of: ‘Lachen, joh.’ En soms appen ze ‘beetje saai’ of ‘ondeugend’ of… nou ja, van alles dus. Maar dit keer kreeg ik heel andere berichten binnen! ‘Jeetje Tien, wie zijn die mensen?’ Of: ‘Trek het je niet aan, meid. Het was een goed geschreven stuk hoor!’

Huh? dacht ik toen. En ik ging snel even kijken op Facebook.

 

Nou, en daar las ik het hoor!

 

Bij mijn eerste, ontzettend positieveactueeltje was er nauwelijks gereageerd. Maar bij deze tweede was dat wel anders!

 

En, ooo wat schrok ik daarvan. O, wat was ik er zeker van dat ik onmiddellijk een andere baan moest gaan zoeken, of voortaan alleen nog maar over het weer moest gaan schrijven. Auw, wat deden die zweepslagen pijn.

 

Maar wie waren die mensen eigenlijk die al die lelijke dingen riepen?

 

Over het algemeen waren dat mensen met een kop als een bloempot. En nee, ik doe hier niet alsnog grappig ten koste van anderen, maar het zijn écht meestal anoniemerds die een bloempotje als profielfoto hebben. Of zelfs helemaal geen profielfoto hebben, en dus ook geen gezicht.

 

En natuurlijk hoeft niet iedereen het met je eens te zijn. Er waren ook mensen die op mijn opmerking ‘dat ik het een beetje vond tegenvallen’reageerden met: ‘Ik niet! Ik vond het juist de mooiste Passion van allemaal.’

 

En dat is prima! Dat is zelfs leuk, want zo hebben we een gesprek en zo blijft het hier ook nog gezellig.

 

Maar die anderen… Ik zeg het maar eerlijk, ze brachten me volledig van mijn stuk en hebben me doen besluiten om nooit meer zomaar reacties te lezen. Ik kijk voortaan eerst naar een profiel en lees pas daarna de reactie.

 

Ik raapte mezelf bijeen, ik droogde mijn tranen en vierde Pasen met mijn vrienden en familie. Misschien dat die mensen die zo tekeer gaan op sociale media dat ook wel helemaal niet hebben, dacht ik nog, familie en vrienden. En zo rommelden ze tóch nog wat na in mijn gedachten het hele weekend. En naast al dat samenzijn met dierbaren probeerde ik ook nog een beetje het nieuws bij te houden voor mijn volgende actueeltje.

 

En wat las ik?

 

Ik las over handgranaten in Amsterdam en Utrecht. Over luchtverontreiniging en gevaar door (illegaal aangestoken) paasvuren. Over automobilisten die dwars door sporen waren gereden na een ongeval, een babylijkje dat gevonden was in Duitsland, dertien mensen doodgeschoten op een kinderfeest in Mexico, vier doden bij een eenzijdig ongeluk in Nederland, en meer dan 300 doden bij aanslagen in Sri Lanka. Pfff…

 

Er is dus veel erger leed in de wereld dan mijn stukjes en de reacties daarop. En ik blijf dus mijn stinkende best doen voor die heleboel wél aardige lezers. Want wij gaan het hier samen gezellig houden, omdat dat heel erg nodig is in deze tijd. Goed? Wij gaan hier gewoon allemaal iets beter ons best doen!

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke