Nou ja zeg, wat beláchelijk

 

Gijs was boos op Fidan, omdat Fidan boos was op Arie, omdat Arie boos was op Johan, omdat Johan… 

 

Er was eens een land waar men alles maar belachelijk vond. Belachelijk natuurlijk, maar dat was nou eenmaal zo. En dat begon met een boek van een voetballer. Iets wat op zich al belachelijk was, want waarom schrijft een voetballer een boek? Dat was eigenlijk net zo belachelijk als een schrijver die opgesteld wilde worden in het Nederlands elftal. Toch? 

 

Maar toch begrepen ze het ook wel weer. Want als je (bijvoorbeeld) een Yolanthe Cabau zou opstellen in een voetbalteam, dan trekt zo’n wedstrijd natuurlijk wel heel veel kijkers. En als je veel kijkers hebt, dan willen steeds meer bedrijven daar rondom reclametijd kopen, en dat brengt dan weer veel geld in het laadje. Nee, als je het zó bekeek dan was het ook wel weer logisch, vonden ze in het land waar ze alles maar belachelijk vonden.  

 

Het boek bleek trouwens ook niet geschreven door de voetballer zelf. Het bleek uiteindelijk gewoon een boek óver een (ex)voetballer, maar dan geschreven door een sportjournalist. En daarom leek het die twee ook wel leuk als het boek dan besproken zou kunnen worden in een sportprogramma. Logisch, toch?

 

Maar helaas… Het sportprogramma dat altijd het best bekeken werd, dat was er toen even niet meer. Daar waren de sportpresentatoren namelijk zó belachelijk in de weer geweest met het onderwerp racisme dat een sportschoolhouder slash schrijver de adverteerders had opgeroepen om geen reclame meer te kopen rondom dat programma. En tsja, reclame is alles, hè.

 

Belachelijk, vond een cabaretier dat toen weer! En hij schreef er een belachelijke column over in een handelsblad, en verschoof zo langzaam de aandacht van racisme, via de sportpresentatoren, weer terug naar de reclameafnemers van de krant waarvoor hij zelf dus schreef (om zo de reclame-inkomsten weer lekker aan te dikken). Iets waardoor de presentatoren van het sportprogramma zich dus nóg belachelijker moesten gaan gedragen om de aandacht weer terug te winnen, en zo weer wat meer reclame te kunnen verkopen. Pffff…

 

Maar helaas… Het zette niet genoeg reclamezoden aan de inkomstendijk, en het sportprogramma werd vroegtijdig van de buis gehaald.

 

Toch had men niet het vermoeden dat ze het boek van de voetballer daar serieus hadden willen nemen, hoor. Ze hadden de voetballer zelf gerust wel belachelijk willen maken, maar het boek… dat bleek achteraf niet eens om sport te draaien. Belachelijk toch? Het ging veel meer over de aanstaande ex van die speler. En over de manier waarop hij haar steeds weer had genaaid. Tenminste… zo werd voortdurend gemeld in alle showrubrieken op tv en in de bladen.   

 

Ja, belachelijk natuurlijk! Want wat had voetbal nou weer met shownieuws te maken? 

 

Maar dat kwam weer omdat de meeste mensen niet begrepen dat je behoefte had om vreemd te gaan als je getrouwd was met (bijvoorbeeld) een Yolanthe Cabau. En vanuit die hoek bezien was het shownieuwsgehalte dus wel te verklaren. En omdat dat ene sportprogramma dus even niet meer bestond, was de voetballer toen toch maar wat blij dat zijn boek tenminste daar nog wat aandacht kreeg. Want ja… hoe kwam je anders nog aan reclame? 

 

En de voetballer belachelijk maken, dat konden ze ook wel bij zijn ouwe voetbalcluppie, trouwens! En dat kwam weer omdat de voetballer een beetje liep te flirten met een klein voetbalclubje, terwijl hij dat eigenlijk zou moeten doen met de grote club die altijd zo goed voor hem was geweest. Zij voelden zich dus eigenlijk net zoals zijn aanstaande ex zich voelde. En dat was niet leuk.

 

Maar dat vond de voetballer weer belachelijk! 

 

Want ja… “het” zat nou eenmaal in hem. En “zo ben ik nou eenmaal” is in het land der belachelijken altijd een goed excuus voor alles! Dan mag je, ongeacht je kleur, inkomen, opleiding, sekse of afkomst alles doen, laten en zeggen wat je maar wilt. 

 

Maar dat je het ook dóét, is natuurlijk belachelijk.

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke