Spiegelbeeld, vertel eens even…
Ik sta voor de spiegel en ik kan wel janken. Meer dan tien kilo was ik afgevallen voordat corona ten tonele verscheen, en ze zitten er allemaal weer aan.
Ik heb door een kind met een auto-immuunziekte – dat ook nog eens bij ons inwoont – bijna twee jaar lang niemand gezien. En er is dus ook niemand die gezien heeft dat die kilo’s eraf waren! Zo jammer.
En natuurlijk deed ik het allemaal voor mezelf en mijn eigen gezondheid. Maar toch… Ik heb alle fotoshoots ook netjes overgeslagen om geen virus mee naar huis te slepen. Maar nu ik dus weer zou kunnen, wil ik eigenlijk opnieuw niet gefotografeerd worden. Je wilt toch graag op je leukst worden weergegeven op zo’n foto bij een interview. En zeker op een foto voor een site, die weer een heel jaar gebruikt gaat worden. Ik sta dus voor de spiegel en ik wel kan janken. Of nee, ik jank!
En ik ben boos. Boos op de spiegel en boos op mezelf! Waarom heb ik het (weer) zo ver laten komen? Waarom ben ik een troosteter, en waarom kwam er de afgelopen jaren zó veel leed op mijn pad dat ik constant getroost wilde worden?
Ik ben dus ook boos op het leven. Maar dat heeft niet zoveel zin. Het leven komt zoals het komt, ik weet dat heus wel. En bij het meeste leed slaag ik er meestal wel in om onmiddellijk iets nóg ergers te bedenken, en daarmee kan ik mezelf dan heel goed overeind houden.
Net zoals me dat ‘s avonds lukt met een zak chips of een doos bonbons. Na een dag vol ellende ga ik dan zitten, trek een dekentje over mijn koude voeten, en dan warm ik mijn handen aan een beker thee, en mijn hart aan een berg calorieën. En daarmee heb ik mezelf dus twee jaar lang boven water weten te houden, terwijl ik voor de spiegel nu ineens verzuip.
Tranen biggelen over mijn wangen, omdat die fijne broek me weer niet past. Omdat die blouse er niet uitziet met die rollen eronder en dat vest nu veel te kort lijkt.
En tegelijkertijd word ik razend op mezelf.
Want bij wat ons allemaal overkomt, ben ik ook altijd degene die gaat zorgen. Zorgen voor anderen, maar niet voor mezelf. Voor anderen maak ik alles dragelijker met praktische oplossingen, sla ik armen om iedereen heen en strooi ik met lieve woorden. Maar voor mezelf maak ik me eraf met suiker en vet. Ik smeer mezelf stroop om de mond door te zeggen dat ik ‘s avonds dan goed voor mezelf zorg, maar eigenlijk is dat natuurlijk helemaal niet waar. Ik zou overdag eens wat tijd voor mezelf moeten nemen. Om dan te sporten. Om te lopen naar de supermarkt en alleen mijn eigen boodschappen mee te nemen in plaats van de auto vol te gooien voor anderen.
‘Dat klinkt erg egoïstisch’, roep ik naar de spiegel als ik mezelf dat hardop vertel.
‘Nee!’ roep de spiegel dan terug. ‘Ken je die tip over de zuurstofmaskers in een vliegtuig?
Zet eerst dat van jezelf op, voordat je een ander (of zelfs je kind) helpt!’ En ik zucht.
‘En wat is er eigenlijk erg aan dik zijn?’ roept de spiegel dan weer keihard als ik wegloop. En daar gáán we weer. Ga ik mezelf weer troosten met domme woorden.
Er is niks mis met zwaar zijn, maar jij stoort je eraan bij jezelf. En dan is het wel vervelend!
En nee, je wordt nooit een Yolanthe. Maar zij post foto’s waar ze zogenaamd kijkt naar een prachtige zonsondergang. Alleen bevindt die ondergang zich dan wel áchter haar. Ze staat dus helemaal niet te kijken! Ze staat te poseren om aan jou te laten zien hoe mooi ze is, en dat allemaal onder begeleiding van een mooie zonsondergang en 47 filters. Ja, zo kan jij het ook!
Nou… …?!
Of…
Weet je wat? Ik stuur die chocola wel naar Yolanthe! Die heeft het vast ook niet makkelijk dan.