‘De blik die hij op dat moment in zijn ogen had was ronduit beangstigend.’

 

‘We vonden hem al superheftig toen hij klein was, onze oudste. Altijd de grenzen opzoeken, altijd in voor de confrontatie en nooit eens genoegen nemen met nee. Hem meenemen naar een supermarkt was een bezoeking. Als hij zijn zinnen ergens op had gezet en wij daar niet in meegingen brak hij de tent af. Eerst door te gaan dreinen of desnoods gillen, maar later door tegen onze schenen te schoppen en de schappen leeg te trekken. Alleen al om de blikken van omstanders was dit op een gegeven moment geen doen meer en werd het óf zonder hem boodschappen doen, óf in zijn grillen meegaan. Maar daarmee was het probleem niet opgelost. Want thuis was het ook een tiran. Niet alleen voor ons maar ook voor zijn kleinere zusje.

 

Omdat we bang waren dat dit ernstig uit de hand zou gaan lopen, hebben we hulp gezocht. Het verhaal was dat wij, de ouders, eerst opgevoed moesten worden voordat wij hem konden gaan aansturen – en het feit dat we met onze jongste totaal geen problemen hadden deed hier niets aan af. We leerden nee zeggen, we leerden consequent te zijn, alternatieven te bieden, te corrigeren en te belonen – wie Joe-super-nanny-Frost ooit in de weer heeft gezien weet wat ik bedoel. Dat hielp een beetje. Maar het verschil met hoe we altijd met onze dochter zijn geweest en konden zijn, bleef levensgroot.

 

Inmiddels is hij behoorlijk in de puberteit en dat heeft ervoor gezorgd dat de problemen groter zijn dan ooit tevoren. In de eerste plaats omdat hij natuurlijk net als elke andere puber met zichzelf overhoopligt. Maar ook omdat hij behoorlijk aan fysieke kracht heeft gewonnen waardoor ik hem niet meer de baas kan en zijn vader ook zijn handen vol aan hem heeft. Laatst werd hij driftig omdat hij meer geld zei nodig te hebben en ik dat niet wilde geven. Het liep zo uit de hand dat hij op een gegeven moment een keukenstoel pakte en op de grond smeet. Achteraf besefte ik dat ik toen bang voor hem was. De blik die hij op dat moment in zijn ogen had was beangstigend en de kracht waarmee hij die stoel boven zijn hoofd tilde deed mij ineenkrimpen.

 

Het is er sinds die dag allesbehalve beter op geworden. De driftbuien zijn niet alleen frequenter geworden maar ook heftiger. Net als toen hij klein was ben ik steeds meer geneigd om mee te buigen. Op een krachtmeting zit ik namelijk niet te wachten. Als ik eerlijk ben, ben ik als de dood voor mijn eigen kind en snak ik naar het moment dat hij het huis uit gaat. Laatst vroeg ik me af of ik nog wel van hem hou. Dat gevoel zit heel diep weggestopt. Misschien wel te diep om nog te ervaren.’ 

 

 

Tanja’s naam is vanwege privacy gefingeerd.
Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.