Stoppen met het bezoeken van je oude ouders?
Auteur Marcel van Roosmalen stopt rigoureus met het bezoek aan zijn dementerende moeder.
Zou er een moment voor jou zijn, dat je zegt: ‘ik hoef mijn bejaarde ouders niet meer te zien?’
Marcel van Roosmalen hoeft zijn dementerende moeder niet meer te zien. Jarenlang beschreef hij in zijn columns voor de NRC over haar dementieproces. In zijn zojuist uitgebrachte boek zijn deze columns nu terug te lezen. Hij kreeg veel aandacht afgelopen week in de media. Zo zei hij onder meer in het AD: “Ik ga niet meer. Waarom zou ik? We hebben er niets aan. Ik word er depressief van. Het heeft geen nut, ze vergeet toch meteen dat we geweest zijn. Ik wil mijn moeder niet zien met een luier, ik wil haar niet horen grommen in dat bed. De kamers, het eten, de lucht die er hangt: het is allemaal zo karig, zo vreugdeloos.”
Ze verdient je niet
Ik vroeg mij af of ik (redactie: Falder-auteur Hans van der Steeg) ooit tot zo’n besluit zou komen. Mijn moeder is nu 87. Toen Onze Lieve Heer genen aan het uitstrooien was, moet hij zich hebben vergist en gedacht dat ze tot oer-eik zou uitgroeien: ze is namelijk niet kapot te krijgen. Ze bestiert de familie als de Zonnekoningin. Haar wil is wet. Als het goed gaat, is ze de lieve oma, waarmee het gezellig thee drinken is. Maar oh wee, als iemand de fout ingaat. Dan zal ze je dat ongezouten voorhouden. Gisteren kreeg ik bijvoorbeeld nog op mijn donder dat ik mijn vrouw veel te weinig aandacht schenk. ‘Ze verdient je niet,’ zo luidde ongeveer het commentaar van mijn lieve moedertje.
Marcel van Roosmalen over zijn moeder en boek in De Vooravond.
Stel dat zij nu dement zou raken en zij wegzinkt in een verpleegtehuis, zoals de moeder van Van Roosmalen. Als ze mij nauwelijks nog opmerkt als ik er ben. Zou ik nog elke week nog aan haar bed staan, zoals ik haar nu minstens een keer in de week opzoek? Ik kan me voorstellen dat Van Roosmalen er een streep onder zet. Dat is zijn moeder van vroeger niet meer. Datgene dat haar juist zo uniek maakt, is weggedreven in het niets. Ze is levend dood. Sommige vrienden van mij, die een of beide ouders hebben verloren, bezoeken ook nooit hun graf. Mocht mijn moeder het tijdelijke voor het eeuwige verwisselen, zelfs reuzenbomen worden ooit geveld, zal ik zeer regelmatig bij haar steen een bloemetje leggen. Ik zou zelfs daar nog een gesprekje met haar beginnen. Zo zal het ook zijn aan haar bed, mocht ze ooit in een nietszeggende toestand in het verpleegtehuis belanden. Ik vind het fijn dat mentale lijntje uit te gooien en even het gevoel te krijgen dat die band van vroeger nog bestaat. En, eerlijk bekennen, wat ook stiekem meespeelt: stel dat we elkaar ooit nog een keer tegenkomen in het Hiernamaals en ik heb níet tijdens haar laatste uren aan haar bed, of daarna aan haar graf, gestaan. Dan weet ik zeker dat ik op mijn donder van haar ga krijgen, misschien wel voor eeuwig: ‘Jij verdient je moeder niet.’ Nee, die gok neem ik nu liever niet.
Door: Falder.nl