op de toekomst voorbereid
‘Dus,’ concludeert mijn beste vriendin Daantje droogjes via het scherm, ‘je bent weer in Amsterdam.’
‘En bent een nieuwe relatie begonnen waar je meteen maar mee gaat samenwonen, bent opeens stiefmoeder én je bent in de overgang. Jij kiest het ook wel uit, hè?’
‘Ik kies dit toch niet!’ bries ik.
Daantje rolt met haar ogen. Zij is de enige die dat mag. We kennen elkaar al dertig jaar.
Ik snap wel wat ze bedoelt. Het was natuurlijk mijn eigen keus om bij Pim in te trekken. Hoewel. Als je een maand verliefd bent en eigenlijk alleen maar aan elkaar wilt zitten de hele dag, en er komt opeens een coronacrisis, dan is dat toch geen keus? Dan ga je samen zitten. Simpel. Nou ja, niet simpel, want zijn tweeling van acht loopt ook nog rond, en die vinden het maar niks, al ons gezoen. Daar kies ik toch niet voor, twee van die kinderen met van die oordelende blikken?
En die overgang, daar kies ik al helemaal niet voor. Die overkomt me. Overvalt me, liever gezegd. Het zou een opluchting moeten zijn dat alle vage klachten van het afgelopen jaar, de moeheid, het labiele gevoel, de pijntjes overal, te verklaren zijn met deze simpele diagnose – maar ik voel me eerlijk gezegd behoorlijk genaaid.
Ik ben van de generatie vrouwen die altijd de keuze had. ‘Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid.’ Wij meisjes van de jaren tachtig hadden de vrijheid, de plicht bijna om alles te doen wat we wilden: werken, reizen, moederschap. Alles kon. En dat heb ik ook altijd gedaan, mezelf gelukkig prijzend dat ik niet in de valkuil trapte van huisje-boompje-beestje; dat ik niet bleef hangen aan de eerste de beste man, of in de eerste de beste baan. Ik koos voor reizen, voor een spannend bestaan als freelance journalist. Ik koos voor relaties, of ik koos ervoor ze te beëindigen.
En nu is er even niks te kiezen. Ik zit aan Pims keukentafel en drink braaf mijn kopje sint-janskruid, waarvan iedereen beweert dat het helpt tegen rusteloosheid en stemmingswisselingen. Pim zit in de voorkamer en leert zijn tweeling de tafel van twaalf. Daantje kijkt me spottend aan vanaf mijn laptopscherm.
Het liefst zou ik nu liggen vrijen met Pim, al was het maar tegen het nare kramperige gevoel in mijn buik (PMS? Nú alweer?!). Of naar de kroeg met Daan en me helemaal lam zuipen. Of even naar buiten en gewoon heel hard schreeuwen.
‘Misschien,’ filosofeert Daantje, ‘is jouw probleem wel dat je altijd te véél vrijheid hebt gehad. En nou moet je opeens leven met dingen waar je niet zomaar morgen van weg kunt lopen. Welkom in de volwassen wereld, meid.’
Volwassen? Ik ben 45! Ik ben middelbaar!
‘Ik ga je dichtklappen,’ zucht ik. Ik hoor vanuit de voorkamer dat de lol ervan af is, van de tafel van twaalf.
‘Jouw keuze,’ grinnikt Daantje nog.
Pim steekt zijn hoofd om de hoek van de keuken. Hij ziet er verhit uit. ‘Ze mogen even een half uur op de iPad. We kunnen! Snel, kleed je uit!’
Op weg naar de slaapkamer pel ik mij uit mijn T-shirt en joggingbroek, en dat is het. Ondergoed had ik toch al niet aan. Een slimme meid is immers op haar toekomst voorbereid.
Door: Stella Laagland