Sommige zaken kunnen je leven behoorlijk beïnvloeden

 

En soms heb je daar grip op, en soms niet.

 

 

 

Neem het ‘ja” zeggen op een huwelijksaanzoek. Het “ja” zeggen tegen je partner betekent onherroepelijk het “nee” zeggen tegen een andere leukerd. Althans, dat vind ik. Ik ken ook mensen die elkaar eeuwige trouw beloven en die het daarna helemaal niet zo nauw nemen met die belofte, maar dat vind ik de sjeu van zowel het jawoord, het feest, als jezelf af halen. 

 

 

Tegenwoordig lijkt het zelfs wel: hoe groter het feest (drie dagen is niks meer) hoe groter de kans dat het geen stand gaat houden. Neem nou Sylvie. Ik vind … 

 

 

Ach, laat ook maar. Wat doet mijn mening er eigenlijk toe? Ik was niet eens uitgenodigd op haar bruiloft. Maar ze liep er natuurlijk zelf mee te koop, en soms beïnvloedt dat je mening en inzichten.  

 

 

En zo werkt het ook met het krijgen van kinderen. Het baren van een kind betekent onherroepelijk het einde van je onbezorgde leven. Je zult je vanaf dat moment immer druk maken over het welzijn van dat schepseltje, en je in allerlei bochten wringen om dat welzijn ook te bewerkstelligen. Dat het daarna misschien zelf een enorme puinhoop van zijn (of haar) leven zal maken, doet daar niets aan af. Je blijft na het baren onherroepelijk verbonden met zo’n wezen, en je blijft je eeuwig zorgen maken, verbazen en bemoeien met zo’n figuur. 

 

 

En zo zijn er meer zaken die je leven behoorlijk kunnen beïnvloeden. 

 

 

Neem nou kanker. Daar heb je d’r weer, zul je denken, maar wen er maar aan, want (de angst voor) kanker gaat nooit meer weg en heeft mijn leven en meningen behoorlijk beïnvloed. 

 

 

Zo erger ik me nóg meer aan criminelen nu. Waarom krijgen die zoveel aandacht en géén kanker, denk ik dan. En ik hoop dat dat ook weer overgaat, want zo wil ik helemaal niet zijn.

 

 

Maar ik heb sinds de diagnose ook ineens maling aan wat anderen van mij vinden. En dat is op zich heel prettig, want ik schaam me totaal niet voor mijn geamputeerde lijf, en ik doe (en schrijf) vanaf nu lekker alleen nog maar wat ik zelf wil. Niet dat ik anderen ga bezeren, maar aan mensen die mij moedwillig pijn doen heb ik voortaan lak. Ik ga geen rekening meer met ze houden. Ik heb nu eindelijk door dat het leven helemaal niet draait om de meningen van anderen. Nou ja … hooguit van een arts. Maar verder gaat het in mijn leven nu vooral even over mij. 

 

 

Ten eerste omdat ik me al genoeg heb ingezet voor anderen, en ten tweede omdat ik weet dat je eigenlijk nauwelijks invloed hebt op al het andere. Je leven kan ineens volledig op z’n kop staan, en de enige die je daar doorheen kan helpen ben je zelf. Uiteraard met hulp van die anderen – dus blijf vooral ook heel lief voor je naasten – maar vergeet als je wat ouder wordt – en je kinderen netjes hebt afgeleverd, je ouders eventueel hebt verzorgd, je buren hebt bijgestaan, je partner trouw bent gebleven, je vriendschappen goed hebt onderhouden en je baas tevreden hebt gesteld – niet dat je zelf ook nog bestaat. 

 

 

En daar, in die fase en met dat inzicht, zit ik nu thuis in mijn eigen stille kamertje. Ik trek me terug als ik behoefte heb aan rust. Wie of wat er ook om aandacht vraagt; ik pak thee, een boek of een puzzelboekje, en ik plof even neer op mijn stille stek. 

 

Alleen moet ik daar nog wel aan iets werken. 

 

Want van de week zat ik een woordpuzzeltje te maken waar al ..umor stond. 

 

En wat maakte ik daarvan? 

 

Juist! Tumor! 

 

En dát zou een half jaar geleden nog gewoon “Humor” zijn geworden. Dus daar wil ik wel nog naar terug.

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke