Sommige mensen begrijp ik gewoon niet

Je hoeft iemand ook niet altijd te begrijpen om hem of haar aardig te vinden.

 

 

 

Sommige mensen begrijp ik gewoon niet. Ik snap hun keuzes niet, vind hun humor niet lollig, heb een andere smaak. Maar dat is niet erg, want ik kan het evengoed vaak best met ze vinden. Je hoeft iemand ook niet altijd te begrijpen om hem of haar aardig te vinden. En je kunt ook elkaars verschillen gewoon respecteren.

 

Maar sommige mensen, daar kan ik echt niks mee. Mensen die bijvoorbeeld niets anders doen (en kunnen) dan anderen aanzetten tot het kopen van iets dat ze zelf lekker gratis krijgen. De zogenaamde influencers. Heb je nou echt niks nuttigers te doen, denk ik dan. Vooral als het om kinderen gaat die iets wordt aangesmeerd.

 

En toch vind ik het prima dat die figuren er zijn, want ze vallen mij niet lastig als ik ze zelf niet opzoek. Ik kan erbij vandaan blijven en zorgen dat ik me niets laat verkopen en dat ik me er ook niet aan stoor. Iets wat minder makkelijk gaat bij mensen waar je ongevraagd last van hebt. Zoals asocialen, dictators, (cyber)criminelen, trollen, terroristen, enzovoort. Die kun je niet makkelijk ontwijken.

 

Maar eigenlijk… waar ik nog het meest last van heb, is van mezelf. Omdat ik mezelf al helemáál niet kan ontwijken, en ook omdat ik me niet meer zo goed kan beheersen als ik mensen tegenkom waar ik niets (meer) mee kan. Vroeger ging ik daar heel beleefd naar luisteren, maar nu ik in een soort bonustijd leef, wil ik dat niet meer. Ik mijd nu mensen die ik het hele jaar niet heb gezien of gehoord, terwijl ze dondersgoed wisten dat ik werd belaagd door kanker en chemotherapie. En ze gaan dan nu, nu de rust weer wat terugkeert, vragen hoe het gaat. Ze hebben alle ellende overgeslagen en willen nu alleen maar even horen dat het voorspoedig gaat.

 

‘Dacht ik wel,’ zeggen ze dan ook nog vaak. ‘Ik wist wel dat het goed zou komen met je.’ En dan… Dan begint het!

 

‘Ik heb zelf ook al weken last van mijn hoofd (of buik, knie, oor, buurman, baas of broer),’ zeggen ze dan. En dan is het zaak dat ik dat heel erg naar voor ze vind, terwijl ik dan diep van binnen heel andere dingen denk.

 

Waar was je, gonst er dan door mijn hoofd, ik was in de veronderstelling dat wij iets voor elkaar betekenden.

 

En zo kwam er laatst een goede kennis gezellig even vertellen dat ze hoog-sensitief blijkt te zijn.

 

Hoog-sensitief??? Hoe kan het je dan ontgaan zijn dat ik een afschuwelijk jaar achter de rug heb? En dan kan ik mezelf nu vreselijk in de weg zitten. Ik wil dan graag beleefd blijven, en ook nog graag aardig gevonden worden, maar ergens achterin borrelt er nu dan iets. Iets naars en agressiefs.

 

En ik werk deze mensen de deur uit voordat ik ze ga slaan. Want ik ben bang dat ik nog niet helemaal mijn oude ik ben – of mijn nieuwe ik nog niet heb gevonden – dus ik dirigeer ze beleefd de straat weer op voordat ik iets doe waarvan ik later spijt krijg. Eerst maar eens kijken wie ik ook alweer ben, en hoe mijn leven eruitziet als alle wonden zijn geheeld. En dán pas beslis ik wie ik meeneem en wie ik achterlaat.

 

Deze laatste hoog-sensitieve troela heeft trouwens zelf al boos onze vriendschap verbroken. Omdat ze vond dat ik niet genoeg tijd en aandacht voor haar had gehad toen ze langskwam. Nou jaaaa….

 

Sommige dingen lossen zich dus vanzelf wel op. Al zal ik het nooit begrijpen.

 

En ach… het is 4 mei vandaag. Laten we maar stilstaan bij ergere dingen.

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke