Wieke’s driesterrensoep

 

Je soep bewaren om op een andere dag te eten is meestal een slim plan. Maar dan doet Wieke iets waardoor dat plan in de soep loopt. 

 

Ik maak soep. Broccolisoep. Met als hoofdingrediënten broccoli en zoete aardappel. Verder heb ik er zo ongeveer alles in gegooid waarvan ik dacht: dat combineert vast als een tierelier (is een tierelier eigenlijk een vogeltje? En zo ja, wat doet dit vogeltje dan in deze uitdrukking? Dit terzijde, heb zelf even geen zin om het te googelen). De inhoud van de groentela is drastisch geslonken. Het zit er allemaal in. Zij van Kondo zou erin blijven van blijheid als ze mijn lege groentela zag. Ik word ook heel blij van mezelf eigenlijk. En dat moet hè, van Kondo? Blij worden van lege dingen.

 

Zeven, staafmixer erin, bouillon er weer bij en mmm, het is echt gigantisch lekker. Ik maak er een foto van, voor onze familie-app. We kunnen dagen met die soep doen, als ik de pan ’s nachts buiten zet. Daar is het kouder dan in de koelkast. Man vindt het ook zomaar een soep van klasse. Meestal vindt hij alles waar een zoete aardappel in zit eng, dus ik heb natuurlijk niet gezegd dat die er ook, zij het onherkenbaar, in zit. Pas toen hij om nog een kom vroeg.

 

Vanmiddag: handenwrijvend (kkkkoud buiten), komen we thuis van een vervelend bezoek en we verheugen ons op mijn driesterrensoep. Ik pak de pan, die tussen de plantenbakken bij de voordeur staat en zet hem op het aanrecht. Eerst naar de wc, want ik moet nodig. Ik heb mijn tas nog om, en dan haakt die pan achter het hengsel. Vraag me niet hoe ik dat voor elkaar krijg. De pan valt op de grond. Heel erg ondersteboven. Als hij nou gewoon netjes loodrecht naar beneden was gezeild, was er niet veel aan de hand. Nu is de bende niet te overzien. Groen ook nog hè, die soep. Echt overal, in de hele keuken, heeft de soep zichzelf uitgerold. Wat ik zei, toen die pan viel? Niet: ‘o wat een nare tegenvaller’. Ik zei iets anders.

 

 

 

Eerst plassen en schoenen schoonmaken en daarna zijn we een uur zoet met de vloer, de plinten en alle keukenkastjes in de wijde omgeving. De klodders zitten zelfs in de hal. Man schept de bulk op met een blik (waar een stoffer bij hoort). ‘Zal ik het weer terug in de pan doen, je kunt hier toch van de grond eten?’ informeert hij. Goed plan. ‘Doe maar!’ zeg ik. En ik weet ook wie ik die soep dan zou aanbieden. Aan de klier van dat vervelende bezoek deze middag. Volgende week is hij er weer. Het gedoe over die klier komt wel een andere klier, sorry, keer.

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel