‘Sceptisch, verstoken van enige empathie en ijskoud’

tranentrekker

 

‘Als ik zou moeten omschrijven hoe mijn moeder zich tot mij verhoudt, dan zijn dit de woorden’

 

 

‘Het begin van mijn schooltijd was één groot drama waar ik nog met buikpijn aan terug kan denken. Vooral lezen en schrijven lukten niet. Als ik de beurt kreeg om iets voor te lezen werd er om me heen al bij voorbaat gelachen. Als er maar lang genoeg werd gelachen dansten de letters voor mijn ogen totdat ze één ondefinieerbare grijze massa werden waaruit ik geen enkel woord meer kon destilleren. Ik was er al heel jong bang voor dat voor mij niet gold wat voor veel andere kinderen wel gold, dat je later kon worden wat je wilde als je er maar hard genoeg je best voor zou doen. Ik was er vooral van overtuigd dat ik te dom was om me überhaupt ambities te kunnen permitteren.

 

Maar in groep 4 kreeg ik meester Pim en die nam me wel serieus en schonk wel aandacht aan me. Op een dag vroeg hij of ik na school even wilde blijven want hij wilde een test met me doen. Hij vermoedde dyslexie en vroeg een gesprek met mijn ouders omdat hij me uitgebreid en officieel wilde laten testen. Het moment dat hij tegen mijn ouders zei dat hun dochter – dat was ik! – een heel slim meisje was, gaf mij vleugels. Alleen dat lezen en schrijven was een probleem, maar er waren programma’s die we konden volgen en die het voor mij stukken makkelijker zouden maken. Het enige was dat mijn ouders dan wel moesten instemmen met een test bij een erkend instituut. De kosten daarvan werden niet vergoed. Meester Pim hoopte dat dit geen probleem zou zijn.

 

Mijn moeder schoot meteen in de weerstand. Dyslexie was volgens haar klinkklare nonsens. Waren niet zowat alle kinderen dyslectisch sinds dat woord was uitgevonden? Mijn vader bleef er rustig onder en deed wat ik hem daarna nooit meer zag doen: hij vroeg mijn moeder om even haar mond te houden. Thuis brak de pleuris uit. Mijn moeder bleef maar gillen dat het aan mij lag dat het op school niet lukte en dat ik maar wat harder mijn best moest doen. Mijn vader regelde uiteindelijk dat die test werd afgenomen en die bevestigde wat meester Pim vermoedde.

 

Meester Pim, mijn vader, die test, die zijn het verschil gaan maken voor het verdere verloop van mijn leven. Toen ik eenmaal wist wat de oorzaak was voelde ik me minder dom en tegen de tijd dat ik in groep 8 zat was het met mijn zelfvertrouwen best goed gesteld.

 

Mijn moeder heeft het onderwerp dyslexie nooit meer aangeroerd – althans niet waar ik bij was. Voor haar bestond het blijkbaar niet. Als zij die dag in de klas bij meester Pim begrip had getoond – al had ze maar interesse getoond – dan had onze relatie zich heel anders ontwikkeld dan nu het geval is. Ik kan er niet meer van maken dan dat ze nu eenmaal mijn moeder is en dat ik het maar met haar moet doen. En haar reactie die dag was exemplarisch voor hoe ze zich tot me verhield: heel sceptisch, verstoken van enige empathie en ijskoud.’

 

 

Er is veel over te vertellen, over moeders en dochters. Daarom hebben we er een reeks van gemaakt waarin elke week andere moeders en/of dochters aan het woord komen. Allemaal met relaties waar we ons aan kunnen spiegelen, in kunnen verdiepen, over kunnen verbazen, van kunnen genieten en van kunnen leren.

 

 

Heb jij een moeder-dochterverhaal dat je wilt delen? Dat kan ook anoniem. Als je mailt naar info@franska.nl onder vermelding van ‘moeders en dochters’ nemen wij contact met je op.