Een kennis piept per mail dat ze in een gat valt, omdat ze binnenkort met pensioen gaat.
Haar man is al gepensioneerd en straks zitten ze allebei thuis, met niets omhanden. Ik probeer me in haar te verplaatsen, maar dat lukt niet. Mijn man is ook met pensioen en ja, wij zitten best vaak allebei thuis. ‘Ik ben zo bang dat ik straks niets meer zonder hem kan doen,’ mailt ze. Hij wil zelfs samen de vaatwasser uitruimen. Nou, wat wil je nog meer? Dan zeg je toch: jij op de oneven dagen en ik op de even dagen. Van de oneven dagen in de week zijn er lekker meer. Maar zij wil die man niet de hele tijd om zich heen, daar zit de angel. Zoek een hobby of zo! Ik kijk naar onze kast uit Hindeloopen en daar is ie weer: een flashback.
Mijn schoonmoeder ontdekte dat ze Hindelooper schilderwerk zo mooi vond. Ze ging op les. Alles wat van hout was werd rood of groen en dan ging zij los op het beschilderen met Hindelooper motieven. Mijn schoonvader werd aan het werk gezet om de boel te schuren en te verven in de basiskleuren. Dat deed hij in de garage. Niks man over de vloer. Man in de garage. Alle kinderen kregen kastjes, stoelen, dienbladen, kapstokken, paraplubakken en postzegeldoosjes. Man en ik waren nog niet getrouwd, toen zijn ouders ons meenamen naar Hindeloopen. Ik vond het zó leuk, dat ik het ook ging doen en mijn schoonmoeder leerde het me. Zo, die hobby was alvast binnen, mocht ik ooit uitgekeken raken op Man.
Daar in Hindeloopen zagen wij de kast van onze dromen. ‘Die krijgen jullie van ons, als huwelijkscadeau,’ beloofde mijn schoonmoeder. Toen wij op huwelijksreis waren, haalden zij de kast op in Hindeloopen. Met een busje. Maarrrr… wij woonden in Amsterdam op tweehoog in de Valeriusstraat. Om kwart voor zes op vrijdagavond bleek dat de kast niet door het trapgat kon. Sterker nog, hij bleef onwrikbaar steken. Mijn schoonvader, niet voor dat trapgat te vangen, belde een verhuizer en die kwam gewoon, op vrijdagavond zes uur. Zo kwam de kast toch nog waar hij wezen moest: bij ons.
Het verhaal rondom de kast illustreert zo mooi de saamhorigheid van mijn schoonouders. Zij raakten nooit op elkaar uitgekeken – en wij niet op onze kast. Ze vulden hun laatste acht jaren van samen thuis zijn heel goed in. Schoonmama schilderde zich suf, verkocht haar spullen in de kerk en de opbrengst ging naar een goed doel.
Als ik naar onze kast kijk, herinner ik me een gouden echtpaar, aan wie ik veel te danken heb. Man bijvoorbeeld…, het belangrijkste. Hij is integer, ijverig en vol humor, ook als het tegenzit. Hij werd wie hij is, mede dankzij zijn ouders, die voor ons een voorbeeld waren. Zij steunden elkaar door dik en dun, ook als het moeilijk werd. Opgeven was er niet bij. Ik lees het mailtje van die kennis nog een keer. Wat doodzonde dat ze in problemen denkt in plaats van in oplossingen. Laat ze snotdorie blij zijn dat ze haar man nog heeft, want het leven zou zomaar heel anders kunnen lopen.
Door: Wieke Biesheuvel
Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.
Leestip
Heb jij de kerstboom al staan?
Heb jij de kerstboom al staan?
Nee joh, dat kan toch pas na Sinterklaas? 63%, 19 votes
19 votes63%
19 votes
Mij niet gezien, ik houd niet van kerst. 27%, 8 votes