Rahaf kwam op haar zevende naar Nederland
‘Mijn moeder heeft er altijd alles aan gedaan om ons vooral níet te laten integreren.’
‘Op mijn zevende kwam ik met mijn moeder en zusje naar Nederland om te worden herenigd met mijn vader die hier na bijna vier jaar statushouder was geworden. In het begin vond ik het vreselijk. Op school kon ik niemand verstaan en met niemand praten, de lesstof begreep ik niet en thuis zat ik met mijn zusje dat net zo ongelukkig was en een moeder die er nog erger aan toe was. Elk moment van de dag had ze het over Egypte en hoezeer ze haar vaderland miste. Op straat kwam ze amper. Mijn vader bracht ons naar school en naar zwemles en alleen voor een boodschap ging mamma nu en dan mee de straat op. Dat is na meer dan tien jaar niet veranderd en dat zal ook nooit veranderen. Mijn moeder zal de rest van haar leven blijven zwijmelen over Egypte en afgeven op Nederland en ze is de reden dat we hier zijn blijkbaar vergeten.
Maar mijn zusjes en ik – in Nederland kwamen er nog twee zusjes bij – voelen ons hier wel thuis. We hebben de taal geleerd, de basisschool goed afgerond, ik haalde mijn havodiploma en studeer aan de HVA en voel me comfortabeler met de Nederlandse cultuur dan met de Egyptische. Mijn vader begrijpt ons, steunt ons en is trots op ons. Mijn moeder foetert alleen maar op ons. Toen we tien werden moesten we van haar een hoofddoek gaan dragen. Ik vond dat vreselijk. Op school liepen alle meisjes met hun lange haar te pronken en ik moest het verstoppen waardoor ik er ook niet meer bij hoorde. Ik heb erover gestreden en gehuild maar mamma was onvermurwbaar en pappa bemoeide zich er op een gegeven moment niet meer mee.
Ik ging mijn hoofddoek stiekem afdoen zodra ik buiten was, stiekem make-up gebruiken en stiekem topjes en skinny jeans dragen. Alles om er maar bij te horen. Ik kan me niet voorstellen dat mijn moeder helemaal niets in de gaten had van mijn “dubbelleven”, maar ze zei er niets van. Praatte überhaupt alleen nog tegen me als het echt niet anders kon en negeerde me voor de rest zoveel mogelijk.
Volgend jaar studeer ik af. Ik ga een baan zoeken en – als het lukt – een kamer of etage. Toen ik dat aan mijn ouders vertelde glimlachte mijn vader naar me, terwijl mijn moeder in blinde woede ontstak. Als ik haar, mijn familie en ons geloof, zou afvallen door me als een hoer te gaan gedragen, dan was ik haar dochter niet meer. Ik vroeg haar waarom ze toch zo graag wil dat ons leven net zo kansloos en leeg is als dat van haar. Waarom ze ons niet gunt dat wij het beter hebben en van onze vrijheid kunnen genieten. Was dat niet de reden dat we naar Nederland zijn gekomen? Maar mamma blijft zich achter haar geloof verschuilen. Alles wat ze doet of laat staat in het teken van ons geloof. Als ik straks het huis uit ben, ben ik mijn ouders kwijt. Dat doet me veel verdriet, maar als ik het leven wil leiden waar ik gelukkig van word, is er geen andere optie.’
‘Misschien heb je dit artikel al eerder gelezen op Franska.nl. Omdat we blijven groeien willen we deze mooie verhalen ook graag delen met onze nieuwe lezeressen. Wil jij ook iets delen met onze lezeressen, mail je verhaal dan naar info@franska.nl.’