Praat je in je slaap? Dan ben je empathisch en sociaal
‘Schat, ik ga even de televisie maken, goed?’. ‘Oké’, mompel ik. Een minuut later hoor ik gestommel in de woonkamer.
Ik ga toch maar even kijken. Mijn man zit 38 snoeren uit elkaar te halen en het is nacht. En de televisie is helemaal niet kapot. Hij heeft soms nogal eens last van slaapwandelen of praten in zijn slaap. Meestal negeer ik het, maar dit keer moest ik hem toch even duidelijk uitleggen dat we mórgen wel verder gaan met het maken van de televisie. De volgende ochtend weet hij van niets meer en vraagt hij aan mij waarom al die snoeren toch door de hele woonkamer liggen. Ach, ik kan er wel om lachen, zolang hij maar niet in zijn boxer over straat gaat lopen.
Praatslapers zijn bovendien leuke mensen, blijkt uit onderzoek. Want als je babbelt in je slaap dan zou je empathisch zijn én sociaal. Je bent ook unieker dan de meeste mensen, blijkt uit onderzoek, gepubliceerd in het Journal Brain and Development. Ongeveer de helft van de kinderen praat in zijn of haar slaap, maar vaak gaat dit als ze ouder worden vanzelf weer over. Als kind heb je nu eenmaal een grotere fantasiewereld en heb je veel informatie van de dag te verwerken. Van de volwassenen doet slechts 5 procent dit nog, dus als je een prater naast je hebt liggen, of je bent het zelf, dan ben je heel speciaal.
De officiële naam voor het verschijnsel is somniloguy en het komt bij mannen vaker voor dan bij vrouwen. Als je slaapt worden de meeste van je spieren even ‘verlamd’, waardoor je niet echt beweegt als je droomt dat je rent. Maar bij sommigen gaat dit niet helemaal goed en daardoor beweeg of praat je wel echt, terwijl je eigenlijk alleen maar droomt over kapotte televisies. Ben je overigens erg emotioneel of moe, dan is de kans groter dat je in je slaap gaat brabbelen. Maar, niets om je voor te schamen: het laat zien dat jij je goed kunt verplaatsen in een ander en meeleeft met zijn of haar situatie. Het laat ook zien waar je mee zit, waar je je druk over maakt, wie je graag wilt helpen.
Kortom, ik heb een man die nogal dol is op… de televisie. En die nogal bang is dat-ie kapot gaat, zeg maar. Weet ik dat ook weer.
Door: Tessa Heinhuis