Pleidooi voor een praatje
Begrafenissen zijn nu niet bepaald evenementen waar je graag een uitnodiging voor wil ontvangen.
Vooral niet als de aanleiding een onrechtvaardige, veel te vroege speling van het lot is.
Maar als het tijd is om na een voltooid en gelukkig leven afscheid te nemen van ouders van goeie vrienden bijvoorbeeld, kan zo’n herdenking een verrijkend moment zijn in de vriendschap, hoe gek dat ook klinkt.
Door alle mooie, lieve en grappige dingen die er gezegd worden over de overledene, doemt er vaak een breed geschakeerd en inspirerend beeld op van de persoon van wie er zoveel werd gehouden. Bovendien ontstaat er ook weer een nieuw perspectief op de achtergrond van je goeie vriend of vriendin. Van dat soort mooie toespraken kan ik enorm genieten. Jammer dat de overledene het zelf niet meer kan meemaken, denk ik altijd.
Daarom vind ik het zo belangrijk om regelmatig in het leven een gelegenheid te scheppen waar je anderen iets tegen je kunnen zeggen. ‘Ik hou er niet van om in het middelpunt van de belangstelling te staan’, hoor ik weleens als mensen verklaren waarom ze niet willen trouwen of geen feest willen geven. Zonde. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor hen die jou zo speciaal en dierbaar vinden en dat en plein public en in iets meer detail dan normaal, graag onder woorden willen brengen. Je kunt wel vermoeden dat de ander beseft hoeveel je hem of haar waardeert maar pas als woorden uitgesproken worden komen ze tot leven. Voor het object van de liefde maar ook weer voor degene die zo’n liefdesverklaring uitspreekt. Het is niet alleen voor jezelf lekker om je te laten begieten met allerlei mooie woorden, ook voor familieleden en goeie vrienden is het heerlijk om te luisteren naar die grappige, ontroerende herinneringen en anekdotes over jou.
Mijn broer werd onlangs vijftig en organiseerde, een beetje schoorvoetend vanwege dat middelpuntbezwaar, een intiem diner. Het werd een geweldige avond waar bijna alle gasten hun best hadden gedaan om een speech voor te bereiden. Er werd onbedaarlijk gelachen en ook regelmatig even in de ogen gewreven. Er werden lange stevige knuffels uitgedeeld en na afloop stond iedereen te ontladen op een ad hoc gecreëerde dansvloer.
Ik had zelf ook wat gezegd en daar vooraf ook best wat zenuwen voor gevoeld.
Mijn broer zelf is een echte performer die als jong broekie eens een speech hield voor een collega en daar na afloop door Diederik Ebbinge himself, die toevallig ook in dat restaurant zat, voor geprezen werd. Ik bedoel maar, hij kan het dus echt. Ook zijn vrienden zijn van die mannen die losjes rondlopen als ze, zonder behoefte aan een spiekbrief, de ene goed getimede grap na de ander scoren. Ik doe niets uit mijn hoofd maar tik mijn verhaal helemaal uit, alsof ik een brief schrijf aan die persoon. Mijn printjes – in lettertype formaat 16 – lees ik dan gewoon voor. Als het maar persoonlijk en recht uit het hart is, adviseer ik mijn kinderen altijd. Als je maar gul je liefde uit en tot in de details benoemt waarom deze persoon zo belangrijk voor jou is. De jarige zelf bekijkt op zo’n avond toch alles door een roze bril. Die gaat echt niet kritisch luisteren maar is juist overrompeld door zoveel warmte en positieve aandacht.
Een goed praatje is een cadeau dat de kern van het leven benadrukt, dat bekrachtigt dat we er met elkaar en voor elkaar zijn, in goeie en slechte tijden. Alle toehoorders van zo’n speech zijn op dat moment weer even doordrongen van die essentie. Dat is toch prachtig?
Dus: kruip uit je schulp, geef een feest of spreek een ander toe, we kunnen morgen dood zijn tenslotte.