Pézenas, stad in de Herault

 

‘Zou jij hier willen wonen?’, vraag ik aan Ed, terwijl we door de smalle straatjes van Pézenas lopen.

 

 

Ondanks dat we al een heerlijk huis in de Dordogne hebben, stellen we elkaar die vraag bij elk bezoek aan een Frans stadje of dorp. Is het antwoord ‘ja’, dan begint het fantaseren over wat we daar allemaal gaan doen. Tegelijkertijd begint het hopen op het winnen van de Staatsloterij. Want gek genoeg zijn de plannen meestal groter dan de portemonnee.

 

 

We voelen ons al direct bijna-echte Piscénois want we “wonen” een paar dagen in een charmante, voor mij zo typisch Franse studio midden in het historische centrum. Het appartement zit boven het atelier van edelsmid Julio, eigenaar van het zeventiende-eeuwse pand met een grote stenen trap waarop de slijtsporen van meer dan driehonderd jaar op en neer lopen duidelijk zichtbaar zijn. Julio is niet alleen supersympathiek, hij is ook bijzonder hulpvaardig en geeft ons tips over waar we heen moeten in Pézenas.

 

 

Rond 1647 strijkt Armand de Bourbon Conti, voor vrienden Prince de Conti, met zijn gevolg neer in Chateau de la Grange des Prés in de buurt van Pézenas. Voor het vertier en vermaak van hemzelf en zijn 22 (!) maîtresses, nodigt hij kunstenaars en schrijvers uit. Onder hen de Parijse Jean-Baptiste Poquelin, beter bekend als Molière. Hij maakt indruk met zijn komedies, de deur naar het Franse hof van Louis XIV opent en de rest is geschiedenis. En daar zijn ze hier fier op, want zoals zij het zelf graag zeggen: ‘Poquelin werd geboren in Parijs, maar de kunstenaar Molière zag het levenslicht in Pézenas.’ Er is hier dan ook geen bakker, hotel, wijncave, restaurant, bioscoop, theater of chambre d’hôtes te vinden die niet Molière heet.

 

 

Het ongedwongen sfeertje van de schrijvers, artiesten en kunstenaars hangt na al die eeuwen nog steeds in Pézenas. In bijna elk straatje zit wel een kunstgalerie en het ene pand is nog fotogenieker dan het ander. Ik koop een mand (want daar had er ik pas vijf van) en een paar gympen (ik durf het aantal dat ik in de kast heb staan niet te noemen) bij Stella die in haar winkeltje lekker languit in een zitzak een boekje zit te lezen. Niet alleen Stella, eigenlijk zijn alle winkeliers hier relaxt. En vriendelijk.

 

 

In de galerie van Julio hangt een poster waarop drie mannen nogal stoer in de camera kijken met daaronder de tekst ‘20 ans, putain!’.

‘Is dat een filmposter?’, vraag ik hem.

‘Mais non!’, zwaait hij driftig met zijn wijsvinger voor mijn gezicht heen en weer.

 

 

Het is een affiche van Les Palmiers, een restaurant verderop in de straat dat al meer dan twintig jaar bestaat. Ik hoop dat ze hier nog twintig jaar zitten, denk ik als ik van het laatste hapje van een fantastisch voorgerecht met makreel, hummus, flinterdun geroosterd brood en plakjes ingemaakte meiknol zit te genieten. Niet alleen het eten is geweldig, de zaak zelf ook. Het restaurant bevindt zich tussen twee dikke middeleeuwse muren en heeft geen dak, maar een open hemel. Twee enorm hoge palmbomen zorgen voor de nodige beschutting.

 

 

Pézenas lijkt ook wel de Franse hoofdstad van de brocante te zijn. Op de Avenue de Verdun zitten zeker vijftien brocante- en antiekwinkels naast en tegenover elkaar: van servies, schilderijen, wijnvaten, schoolmeubilair, tafellakens en lampen tot oude huifkarren en mooie verroeste tuinsets, ze hebben het allemaal. En anders vind je wel iets leuks op de markt die elke zaterdag in het centrum plaatsvindt.

 

 

De ligging van Pézenas is redelijk briljant en daar maken we gebruik van. We gaan naar Montpellier en slaan onderweg wat flessen wijn in bij een van de vele caves in de buurt. En we gaan naar het strand: Valras Plage ligt op een half uurtje rijden.

 

 

De laatste avond eten we bij Chez Hansi. Klinkt behoorlijk Duits voor een bistro, maar let op: Hans, de Franse eigenaar, komt uit de Elzas en is vernoemd naar zijn Duitse vader. Hansi blijkt echter geen koosnaampje voor Hans te zijn, het is een verwijzing naar een bekende Franse satirische cartoonist uit de Elzas die in de eerste helft van de vorige eeuw subtiel maar venijnig de Duitse elite op de korrel nam. Venijnig is het hier zeker niet, want Chez Hansi is een prima bistro waar je voor een sympathiek bedrag een eerlijk en heerlijk driegangenmenu krijgt.

 

 

Willen we hier wonen? Echt wel.

 

 

Pézenas is een fotogeniek Frans stadje met in het historische centrum veel gezellige smalle straatjes, veel cafés met terrassen, een mooie kerk, brocante-shops, ateliers en leuke restaurants. In de buurt zijn mooie wijnen te vinden en het ligt niet ver van verschillende stranden. Allemaal pluspunten, maar het is vooral de relaxte sfeer die ons zo aanspreekt.

 

 

Nu alleen nog dat winnende lot zien te scoren.

 

 

 

 

Door: Asjha van den Akker