Paniek als je op vakantie gaat

 

Pling, een berichtje in de familie-app. ‘Mam, de hond doet raar. Hij kijkt zo gek naar me. Is-ie ziek?’ Altijd fijn… Laatste-moment-stress. Morgen ga ik op vakantie.

 

Ik zit middenin mijn stukkie en tik me een ongeluk om mijn deadline te halen. Dus toen mijn dochter dus appte dat er wat met Het Beest aan de hand was… Nou, daar was-ie, hoor. Paniek. Hond ziek? Hoezo dan? Na het nodige heen-en-weer-ge-app stap ik toch maar in de auto om naar huis te gaan. Deadline of niet.

 

 

Thuis aangekomen kijkt Takkie wel een beetje zielig. Dan maar hup een rondje lopen. Loopt-ie nou niet een beetje raar? En doet-ie nou een plasje of niet? Ondertussen zoek ik op mijn mobieltje al naar een dierenarts die ook ‘s avonds open is. Tegen een knetterend tarief natuurlijk. Heb ik weer.

 

Na een uur dubben besluit ik dat Takkie toch niet doodgaat en ga ik als een malle de vakantiespullen bij elkaar zoeken. De pubers doen hun eigen tas en ik de rest. 

 

En dat is nog steeds een heleboel. Ik heb wel ergens een lijstje liggen, maar dat kan ik in de haast niet meer vinden. Maar vooruit, het is niet de eerste keer dat ik op vakantie ga, dan maar alles uit mijn hoofd.

 

Jurk, zwemhanddoeken, toilettas en muggenspul. Ondertussen nog een hapje eten maken en een paar telefoontjes plegen. Laatste rondje met de hond. Verrek, heeft-ie nou toch pijn? Voor de zekerheid leg ik toch maar het adres van de dierenarts klaar voor mijn ouders die op de hond komen passen.

 

Tegen middernacht rol ik eindelijk mijn bed in om de volgende morgen om zes uur heerlijk mijn vakantie tegemoet te rijden. Als ik lekker op de A12 bij Bunnik lig te soezen, krijg ik het opeens helemaal warm. Ik ben iets vergeten, maar wat? Koortsachtig loop ik alles na. Zonnebrandcrème, broodje voor onderweg, vignet voor Zwitserland.

 

Bij de grens bij Arnhem weet ik het eindelijk. PASPOORT VERGETEN. Het duurt vervolgens nog vijf minuten eer ik het hardop durf te zeggen. ‘Weet je wat ik vergeten ben?’ begin ik vrolijk, ‘Mijn paspoort.’  Mijn meneer wordt langzaam rood. Van de warmte, hoop ik. Maar ik ben bang dat ie best wel een beetje boos op me is. ‘Nou, dan moeten we dus weer 138 kilometer terug naar Haarlem,’ zegt-ie. ‘Lekker dan.’

 

Onze oudste, die nog thuis is omdat hij pas een paar dagen later in Italië aansluit, is gelukkig al wakker. Die bel ik maar om ons, met mijn paspoort, tegemoet te rijden. Gelukkig staat hij (wederom) bij Bunnik al voor onze neus. Snel een zoen, dikke dankjewel en weer door. Alles oké met de hond?

 

Door alle stress om de hond ben ik niet alleen mijn paspoort vergeten, ook de opladers van de telefoons en tablet waren in Haarlem achtergebleven. En ga daar maar eens naar op zoek in een dorp op een berg in Italië. Mijn bikini heb ik ook niet bij me en moet ik in een overvol en bloedheet Milaan nog in de uitverkoop op zoek naar een nieuwe. Stom klusje, met dat Hollandse lijf van me. Het wordt een nogal truttig blauw exemplaar. Totaal niet sexy en ik heb daarom maar bij alle fotomomentjes ervoor gezorgd dat ik alleen met mijn hoofd boven water sta.

 

En mijn Takkie? Niks mee aan de hand natuurlijk. Heeft de hele week heerlijk kunnen knuffelen met opa en oma. Fijn hè, zo’n vakantie?

 

Door: Irene Smit

Irene is redacteur bij Franska.nl. Met haar man, twee pubers en een teckel woont ze in Haarlem. Ze zou graag willen zingen als Ella Fitzgerald en koken als Nigella Lawson. Tot het zover is, blijft ze lekker schrijven over allerlei zaken die haar verbazen.

Afbeelding van Irene Smit