Over schrijnende taferelen in de gezondheidszorg gesproken

 

‘We proberen uw stervensproces zo geleidelijk mogelijk te laten verlopen, maar het moet helaas wel in ons tempo.’

 

 

 

 

Mijn schoonmoeder woonde sinds acht jaar in een aanleunwoning en dat deed ze met superveel genoegen. Want hier op de vierde etage kon ze de zon zien opkomen. De luxe van een dergelijk uitzicht had ze nog nooit gehad. Daarbij was ze na een leven lang zorgen voor kinderen, man en grootvaders eindelijk op zichzelf en was er voor de verandering eens niemand die haar stoorde of iets van haar nodig had. Ze bemoeide zich bewust niet erg met medebewoners – ‘geen behoefte aan’ – en kookte liever haar eigen potje dan tafeltje-dekje-achtige concepten. Als het aan mijn schoonmoeder had gelegen was dit appartement haar eindstation geweest. Maar het liep anders.

 

 

Op een dag belde ze om te zeggen dat ze naar de dokter was geweest. Die wilde dat ze even langs het ziekenhuis ging. Naar welke afdeling ze moest was haar een beetje ontgaan, maar haar dochter zou met haar meegaan, dus dat kwam wel goed. Mijn schoonzus belde al vrij snel om ons te laten weten dat we ons maar het beste op het ergste konden voorbereiden. De scan liet uitzaaiingen door haar hele lichaam zien. Als de pijn ondraaglijk zou worden kon ze aan de pijnbestrijding. Verder viel er niets meer voor haar te doen.

 

 

Drie maanden nadien werd ze opgenomen in een hospice. Door de morfine was ze al wat warrig. Ze vroeg voortdurend waar ze was en wat ze hier kwam doen, want was ze nou in een hotel beland? Na een paar weken stelde ze die vragen niet meer. Ze had het heus wel door, zei ze, dat ze hier was gekomen om te sterven. Maar daar wilde ze toch maar liever nog heel even mee wachten, want ze vond het best fijn hier met al die zorg en verzorging. Pas na drieënhalve maand in het hospice besloot mijn schoonmoeder op een nacht dat haar tijd op aarde erop zat en dat ze eens een kijkje bij God zou gaan nemen. Ze ging vredig heen.

 

 

Laatst trof me het bericht dat te veel mensen het hospice tegenwoordig overleven. Het hospice overleven als in ‘mam, je mag weer met ons mee naar huis want je bent niet meer ziek’? Het werd bedoeld als in ‘mam, je drie maanden hospice zitten erop, langer verblijven mag niet, dus word je weer naar huis gestuurd’. In het geval van mijn schoonmoeder was er geen huis meer omdat de huur van haar appartement al was opgezegd. Daardoor zou ze noodgedwongen bij een van haar kinderen in huis zijn genomen, die daar niet op ingericht, noch op berekend waren. Precies dat is de praktijk waarmee heel veel zorgverleners, patiënten en hun familie en mantelzorgers moeten dealen. Tot twee jaar terug kwam dat in ons land bijna nooit voor. Vorig jaar alleen al in Twente achttien keer.

 

 

Welkom in het hospice. We proberen uw stervensproces zo geleidelijk mogelijk te laten verlopen, maar het moet helaas wel in ons tempo. Als dat geen falende gezondheidszorg is…

 

 

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans