Over de pijn die je voelt als je kind wordt buitengesloten

 

‘O nee, niet zij’, fluistert mijn vriendin als we het café inlopen.

 

 

Voor ons staan twee vrouwen wiens kinderen bevriend waren met M., de dochter van mijn vriendin. Waren, want om onverklaarbare redenen werd M. vorig jaar uit de groep geduwd.

 

Het leek alsof dat van de ene op de andere dag gebeurde, maar het was vast heel geleidelijk gegaan. Alles deed dit clubje meisjes en jongens, dat elkaar al sinds het begin van de middelbare school kende, samen. Jarenlang waren er talloze feestjes geweest, waarin mijn vriendin met haar beroemde gastvrijheid zich altijd bijzonder faciliterend had opgesteld. In haar huisje aan zee, dat ze ieder jaar beschikbaar had gesteld, had het zooitje dolle zomers beleefd. Natuurlijk waren er weleens wat akkefietjes geweest maar tijdens het diner dat ter ere van hun eindexamen georganiseerd was voor de ouders en de kinderen, werd veelvuldig geproost op deze vriendschap voor het leven. Een vriendschap waar M. plots geen deel meer van uit mocht maken, bleek nog geen half jaar later. 

 

Het was wel opgevallen dat M. vaker thuis was, ook op de vrijdag- of zaterdagavond, maar vragen naar het waarom werden steeds weggewuifd. Tot mijn vriendin haar dochter snikkend aantrof op haar kamer. M. had ontdekt dat het groepje met elkaar op wintersport was gegaan zonder haar erbij te vragen. Met horten en stoten kwam het verhaal eruit. Dat het langzaamaan steeds stiller was geworden op de appgroep. Afspraakjes werden waarschijnlijk in een nieuwe chat gemaakt, waarin zij niet opgenomen was. Zelfs haar besties, met wie ze ook geregeld een op een contact had, lieten steeds minder van zich horen. Waarom? Waarom was ze ineens niet meer leuk genoeg? Waarom hoorde ze er niet meer bij? Wat was er gebeurd? Vragen waar geen antwoord op kwam. Het hart van mijn vriendin brak en tegelijkertijd voelde ze een woede opborrelen. Ze had zin om de moeders van die heksen te bellen en te confronteren met deze harteloosheid. Hadden zij nooit gevraagd aan hun dochters waarom M. er nooit meer bij was? Mijn vriendin hield zich in, ze was razend maar niet gek natuurlijk.

 

Ook nu ze met deze moeders in het café geconfronteerd wordt, gedraagt ze zich voorbeeldig. Op de vraag hoe het met M. gaat antwoordt ze zonder te overdrijven (zoals ik zelf ongetwijfeld zou hebben gedaan) dat het goed gaat met haar studie en dat ze lid is van een roeivereniging. ‘Wat fijn dat ze haar plekje gevonden heeft’, antwoordt een van de moeders van dat stelletje loeders. Voor we doorlopen kijkt mijn vriendin deze vrouw een tel langer dan gemakkelijk in de ogen. Haar eigen plekje. Ik heb uit plaatsvervangende ergernis om zoveel laatdunkendheid zin om heel hard te sissen. 

 

Mijn vriendin klokt aan de andere kant van de kroeg haar glas Pinot Grigio in snelle teugen naar binnen. Haar eigen plekje. Het duurt even voor haar wrevel oplost en plaatsmaakt voor verdriet. Ook al is haar kind nu gelukkig, de knauw van vorig jaar heeft een litteken achtergelaten. Bij M. en bij haarzelf. Die twee daar verderop aan de bar kunnen daar natuurlijk niets aan doen, misschien weten ze het amper. Ik voel de pijn van mijn vriendin en vraag me af wat ik zelf had gedaan. Ik heb mijn kinderen geprobeerd op te voeden met een gevoel voor loyaliteit en oog voor de zwakste schakel. Maar ook een van mijn kinderen liet ooit een vriendschap doodbloeden. Ik wist dat die opzegging van de relatie dat kind en daarmee ook zijn moeder pijn moest doen. Maar ik heb haar dat nooit laten weten. Wat had ik moeten of kunnen zeggen? 

 

We zijn niet verantwoordelijk voor wat onze kinderen elkaar aandoen en moeten ze ook niet in alles willen sturen, dat snap ik heus. Maar van een beetje compassie wordt niemand slechter. Die vrouwen willen het verdriet van mijn vriendin niet zien. Ze willen dat het goed gaat met M., zodat niemand zich schuldig hoeft te voelen, hun dochters niet en zij als moeders niet. Daarom moet M. ‘haar eigen plekje’ hebben, ergens anders, waar niemand nog herinnerd wordt aan die uitsluiting van toen.   

 

Door: Esther Goedegebuure