Opperste staat van verdeeldheid
Nou, de tweespalt in het land kwam deze week behoorlijk tot uiting …
Poe zeg. Ik werd er een beetje naar van.
Er was een verkiezing, er kwam een uitslag, en daarna barstte het in alle hevigheid los. Van feestgejubel en overwinningseuforie tot verbazing en afgrijzen. Ook bij ons, op Facebook. Ik geef je even een paar quotes van gisteren. ‘Beter dit dan die homo en oplichter Rutte’, of ‘Heel apart dat sommige vrouwen het allemaal maar normaal vinden’, of ‘Zo zijn de rijken, ze hebben niet gewonnen’. En zo ging het de hele dag door. En niet alleen bij ons, hoor. Ook bij andere media. Deze politieke mokerslag haalde niet onze mooiste kant naar boven.
Nu mág iedereen z’n eigen mening hebben. Tuurlijk. Hoera voor de vrijheid van meningsuiting. Maar ik schrok eigenlijk wel van die hevigheid. Van de boosheid, wederzijds. Van de aanvallen. Van het jij-wij’en en vooral van het ‘op de man/vrouw spelen’. Het leek wel of ons land – dat in de top 5 van de gelukkigste landen ter wereld staat, mind you– ineens helemaal niet zo gelukkig was. Met elkaar, althans. Het leek wel of ons land in de opperste staat van verdeeldheid is beland.
Maar gelukkig was er gisteravond een voetbalwedstrijd; het Nederlands elftal speelde tegen Wit-Rusland. En man, wat was het goed voor ons prachtige land dat we wonnen. Het werd 4-0 ook nog. Ik zag daar dat we ineens weer náást elkaar stonden, samen juichten, in plaats van tegenover elkaar staan. En ik zag ook dat no matter whatje politieke voorkeuren zijn, je ook gewoon samen kunt leven en aardig kunt zijn voor elkaar. Wat me overigens deed denken aan mijn middelbareschooltijd, waarin we twee kampen hadden: de kakkers en de alto’s. Nooit met elkaar eens, altijd in de clinch. Maar, en dat is een groot verschil met nu, we konden wel samen door één deur. Konden samen een drankje drinken, en praatten normaal met elkaar. Luisterden ook naar elkaar. Speelden niet op de man, maar op de inhoud. Daar zouden heel wat volwassenen nu wat van kunnen leren.
Maar om nog even terug te komen op die voetbalwedstrijd. Het zou voor ons land toch geweldig zijn als we meer van dit soort fijne, gezamenlijke momenten hadden? Misschien als we winnen bij het Eurovisie Songfestival. Of bijvoorbeeld als Kiki Bertens haar eerste grand slam wint. Of als Dafne Schippers een gouden plak wint bij de Olympische Spelen. Dat zal ons én ons land – ja, dat denk ik echt – goed doen. Dat maakt ons weer trots. Dat verbindt. En die verbinding is nodig, want alleen met samenwerken komen we verder om ons land toekomst-proof te maken.
Amen.
(En hup hup Dafne, Kiki, Epke, Max en Duncan Laurence!)