Op zoek naar rust

 

En toen ging ik gezellig op zoek naar een stacaravan. 

 

 

 

Vroeger had ik die ook, maar toen kreeg ik verkering met iemand die dat vreselijk vond.

 

‘Dat is toch geen kamperen, met zo’n bakbeest!’ riep hij ontdaan. De term ‘kamperen’ gebruikte je alleen bij een kruiptentje, vond hij. En dan dat heen-en-weer-rijden. Elk weekend weer, naar dezelfde plek, met dezelfde buren; hij vond het vreselijk. En omdat ik hém nogal leuk vond, verkocht ik dus mijn caravan.

 

Maar ik moet toegeven: ik heb ‘m nooit gemist. Ik ging bij die man wonen die mijn stacaravan haatte, en die man had een tuin. En we gingen best lekker samen, dus we kochten steeds weer een groter huis, met een grotere tuin, en inmiddels zijn we bijna honderd jaar getrouwd en heb ik een tuin waar gewoon een stacaravan in zou kunnen staan zonder dat iemand hem nog ziet.

 

Maar toch wil ik er weer eentje buiten de deur hebben. Om een plekje te hebben waar ik af en toe alleen kan zijn. Waar ik naartoe kan gaan wanneer ik wil, en waar geen wasmachine en geen strijkplank staat. Waar niemand aan mijn kop zeurt, waar stilte is en waar ik eindelijk die bestseller kan gaan afmaken. Want dat komt er maar niet van, terwijl ik dat wel al beloofd heb. Dat ligt al jaren op de plank en ik kom er maar niet aan toe. Er is hier altijd wel iets of iemand met zus of zo, wat maakt dat ik nergens aan toe kom. En ik ben daar nu zó klaar mee.

 

En natuurlijk komt dat ook door het ongeluk dat mijn man heeft gehad. Dat maakte dat ik erg veel te doen had, omdat ik naast hem ook nog voor anderen zorg. Maar dat doe ik met liefde, dus dat gaat me goed af. Alleen liep het nu wel de spuigaten uit, en merkte ik ineens dat ik ook beter voor mezelf moest gaan zorgen. Juist door dat ongeluk, dat blijkbaar in een heel klein hoekje zat, realiseerde ik me dat als ik mijn boek nog wilde afmaken, ik dat nú moest doen. Tijd maken voor iets wat je het liefst doet, is heel belangrijk. En als je die mogelijkheid hebt (want dat is natuurlijk wel een belangrijke voorwaarde) dan moet je dat doen!

 

Mijn collega’s huren daarvoor af en toe samen een huis ergens in het buitenland, of sluiten zichzelf op in een hotel. Sommigen gaan zelfs naar een klooster om ongestoord te kunnen schrijven, maar ik ga dus liever op zoek naar een piepklein huisje in een bos, of een caravannetje op een rustige camping. Dan kunnen mijn kinderen en schoonkinderen daar ook nog gebruik van maken als ze dat willen.

 

Maar, mijn hemel, die prijzen van tegenwoordig! Voor een knap huisje in een bos moet je tegenwoordig tonnen meenemen. En dan staat er vlak naast je huis ook nog een zwembad met een glijbaan genaamd Aquasmash, Hurri Cone, SpeedSlide of Duo-Racer. En dat wekt nou niet bepaald de indruk dat ik daar rustig kan gaan schrijven.

 

Ook had ik duidelijk al een paar jaar mijn beeld niet meer bijgewerkt van vakantieparkjes. Ik zat nog met beelden van gezellige, kneuterige, houten huisjes in mijn hoofd. Maar vakantieparken zijn tegenwoordig meer villawijken!

 

Dat viel dus al snel af.

 

En ook voor een stacaravan op de plekken waar ik graag wilde zijn moest ik behoorlijk in de buidel tasten. Ik ben duidelijk erg verwend geraakt.

 

Dus toen dacht ik, heel slim, zelf een oude caravan aan te gaan schaffen en daarmee dan zelf maar een plekje te gaan zoeken op een leuke camping.

 

Maar daarvoor moest ik mezelf dan weer op wachtlijsten laten plaatsen, waar ik zo’n zeven jaar op zou moeten staan om een beetje te mogen hopen nog aan de beurt te komen.

 

Tsssss.

 

Hoe slecht gaat het eigenlijk met Nederland?

 

Ik moet dus eerst die bestseller maar thuis gaan schrijven en dan pas een caravan kopen.

 

En niet andersom.

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke