Op je 34e director zijn, hoe doe je dat?
Annabelle Beelen (34) gelooft dat het stipje aan de horizon haar bracht waar ze nu staat.
Ze is de enige vrouwelijke director die van binnenuit in deze rol groeide bij Page Personnel. ‘Het was mijn ultieme doel, als klein meisje wilde ik al zakenvrouw worden.’
Je bent op dit moment de enige vrouw in de directie, hoe komt dit denk je?
‘Ik ben de eerste die organisch op deze plek kwam. Dat is een lange weg, een hobbelige ook, waarin je veel moet geven. De uitdaging is om je werk en privé goed in balans te houden. En bij Page is het een heel commerciële omgeving, dat moet je willen. Ik wilde als klein meisje al directeur worden en dan ga ik door tot ik het bereikt heb. Het geluk was dat ik bij Page Personnel de uitdaging kreeg, zag en zelf ook pakte.’
Het was je meisjesdroom om directeur te worden?
‘Ja. Toen dacht ik er natuurlijk nog heel plat en kort door de bocht over. In mijn hoofd had ik een beeld van een mooie vrouw in een mantelpakje op heel hoge hakken, met natuurlijk de tassen van Chanel en Louis Vuitton. In de praktijk werkt het iets anders, haha.’
Je turnde op hoog niveau; heeft die mentaliteit er iets mee te maken?
‘Dat denk ik wel. Ik merk dat veel mensen die hoog op de ladder staan in de corporate wereld op redelijk hoog niveau hebben gesport. Het is denk ik de drive. Zelf kan ik slecht tegen mijn verlies, want ik wil de beste zijn in wat ik doe. Door het turnen kan ik goed met tegenslagen omgaan. In het turnen kun je alleen jezelf aankijken als het misgaat, daardoor heb ik leren reflecteren. Hoe kan ik iets beter doen en het in de toekomst voor zijn?’
Zakenvrouw dus, maar wat doe je als director?
‘Ik ben verantwoordelijk voor ons kantoor in Tilburg. Het team bestaat vooral uit jonge mensen, van begin twintig tot begin dertig. Ik ben verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen het kantoor, het aannemen van personeel en daarnaast faciliteer ik trainingen. Ik ben nooit alleen leidinggevende geweest, maar ben zelf ook altijd actief blijven werven. Zo heb ik klanten waar ik al bijna tien jaar mee samenwerk. Ik vind het zelf veel te leuk om het niet meer te doen en daarnaast wil ik de link met de business graag houden. Onze business is heel veranderlijk, zo zorg ik dat ik de kennis op niveau houdt.
Hoe komt het dat je zo snel doorstootte naar de top?
‘Door mijn mentaliteit en doorzettingsvermogen, maar ook door de support en motivatie van het thuisfront. Mijn vriend heeft ook een serieuze functie in de voetbalwereld, waarvoor hij soms zelfs zes dagen per week van huis is. Timemanagement en communicatie zijn daarom heel belangrijk. Wij kiezen allebei voor een carrière, maar ook voor een gezin. Onze zoon Luca is twee en kletst ons de oren van het hoofd. De combinatie werk privé geeft soms uitdagingen, maar met hulp van elkaar en onze omgeving lukt dat prima. Ik geloof dat als je allebei doet wat je leuk vindt je ook een leukere ouder bent en dus ook een leukere relatie hebt. Ik denk niet dat mijn mannen er blij van zouden worden als ik drie dagen thuis zou zijn.
Is er een advies waar je naar werkt?
‘Jezelf eerst bewijzen en dan pas ergens iets van vinden of zeggen, zo ben ik opgevoed. Maar bij Page kwam ik erachter dat je er zo alleen niet komt, omdat de commerciële wereld nogal overweldigend kan zijn. Ik was nogal een muurbloempje toen ik bij Page binnenkwam, maar na verloop van tijd moet je je wel echt profileren als je ambitie hebt. Ik zag mensen dingen doen waar ik zelf niet achter stond, dus ik moest een manier vinden om die ambitie waar te maken zonder mijn eigen principes over boord te gooien. Mijn directeur gaf me de tachtig-twintig-regel als advies. Blijf tachtig procent jezelf, doe twintig procent out of the box. Daag jezelf uit, maar blijf ook dicht bij jezelf. Het lukt me daardoor om te blijven presteren maar mezelf ook, aan het einde van de dag, in de spiegel aan te kunnen blijven kijken. Het heeft me enorm geholpen.’
In jouw korte bio kreeg ik door dat je je mannetje moet staan als enige vrouw in de Board, wat vind je als vrouw van deze uitdrukking?
‘Ik ben niet specifiek fan van de uitdrukking, want waarom moet ik als vrouw mijn mannetje staan? Maar feit blijft wel dat ik als vrouw meer voor mezelf op moet komen, mannen doen dat als vanzelf. Ze houden geen rekening met het feit dat jij toevallig een vrouw bent. Dat merk je soms aan schunnige grappen en aan het plat en kort door de bocht zeggen wat in ze opkomt. Ik moet zelf mijn grenzen aangeven in waar ik om kan lachen en wat te ver gaat. Geen enkele man wacht tot je iets zegt, je moet zelf je mond opendoen.’
Heb je vooroordelen weg moeten werken?
‘Ja, ik denk dat we daar allemaal nog wel mee te maken hebben. Ik hoop en denk wel echt dat dit minder wordt. Zo vind ik het vrouwenquotum soms best lastig. Dat gedacht wordt: oh, ze hebben een quotum, daarom heeft zij die baan gekregen. Belangrijk is dan om toch dicht bij jezelf te blijven, je hebt er niet voor niets zo hard voor gewerkt.’
Wie is jouw rolmodel?
‘Mijn vader. Hij heeft altijd in management of directiefuncties gezeten. Op mijn veertiende overleed hij, waardoor de behoefte nog groter werd om hem trots te maken. Want hoe trots zou hij zijn als ik op hetzelfde niveau terecht zou komen? Ik heb het natuurlijk geromantiseerd, maar het geeft je wel een doel en achteraf een heel fijn gevoel als je rouw en verdriet toch kan omzetten in zoveel betekenis. Nu dat is gelukt, weet ik zeker dat hij daar boven een big smile op zijn gezicht heeft.’
Is dat het geheim, een doel hebben?
‘Ja, dat denk ik wel. Bij Page werkt het ook zo. Als je een target haalt, verdien je een promotie. Tot je senior executive manager wordt, want dan heb je die promotie niet meer volledig zelf in de hand, omdat meningen gaan tellen. Haha, daar moest ik héél erg aan wennen. Nu ik director ben merk ik dat ik weer een doel zoek. Wil ik het beste of het grootste kantoor, senior director worden of gaan voor managing director? Ik blijf constant zoeken naar een volgend doel.’
Hoe vind je het om zélf dat rolmodel te zijn voor vrouwen?
‘Dat voelt heel onwennig. Ik voel me geen ander mens door deze functie, maar ik ervaar wel dat mensen me anders gaan zien. Vooral mensen die mij niet kennen. Ik probeer me daar heel bewust van te zijn, en zorg dat ik vooral dicht bij mezelf blijf.’
Is er iets dat je graag had willen weten toen je aan het begin van je carrière stond?
‘Brutale mensen hebben de halve wereld. Ik leerde dat je krijgt wat je verdient. Natuurlijk ben ik blij met die opvoeding, maar in de grotemensenwereld en vooral in de commerciële wereld werkt dit anders. Je gaat sneller als je je mond opendoet. Maar doe dat ook weer niet te vaak, dus choose your battles, anders verlies je draagkracht.’
En welk advies zou jij geven aan jonge vrouwen die aan het begin van een carrière staan?
‘Blijf vooral dicht bij jezelf, maar kom wel voor jezelf op. Ik heb dat bijvoorbeeld in het begin van mijn carrière niet gedaan in salaris, daar kwam ik pas later achter. Uiteindelijk trekt dit later in je carrière vanzelf wel weer recht, maar voor jezelf opkomen is echt essentieel.’
Dan nog een paar snelle office-dilemma’s. De hele dag op kantoor of on the road?
‘On the road, ik vind de afwisseling fijn. De hele dag op kantoor, daar word ik geen blij mens van.’
Je bent klaar met werken, sporten of een glaasje?
‘Dat is een heel groot dilemma. Maar dan ga ik toch voor mijn oude passie. Eerst sporten en daarna graag een glas wijn.’
Altijd aan of af en toe uit?
‘Altijd bereikbaar, ik heb mijn telefoon altijd bij de hand. Al zit ik wel veel in meetings, waardoor ik ook even onbereikbaar kan zijn. En als ik met mijn zoontje Luca ben, dan ben ik uiteraard ook wat minder goed bereikbaar.’
Bereikbaar op vakantie of toch maar niet?
‘Bereikbaar, haha. Ik heb enorm last van fear of missing out. Mijn vriend en ik hebben wel de afspraak: of aan het begin van de dag of juist aan het einde dag even mailen of bellen. Ik heb het meeste rust als ik alvast wat mails kan wegwerken of opzij kan zetten ter opvolging, voor als ik weer terug op kantoor ben.’
Nog even iets afmaken of nooit overwerken?
‘Toch wel af en toe overwerken. En dat is prima als de balans goed blijft.’