Ooit gehoord van deze vrouwen uit de Tour de France?

 

‘Chapeau’, riep Mart Smeets van de week. ‘Petje af’, riep ik.

 

Terwijl heel Nederland liep te piepen over hoe warm het wel niet was, bikkelden de profwielrenners zich zonder morren dag na dag en etappe na etappe door Frankrijk. Want wielrenners klagen niet. Niet als de thermometer royaal boven de dertig aantikt en ze zich in een colletje van de buitencategorie moeten vastbijten, en ook niet als ze zich bijna te pletter fietsen. Niet dat ik amechtig voor de buis hang om die hele tour op de voet te volgen, maar dat vechten, bijten en afzien getuigt van zoveel karakter, dat laat me niet onberoerd.

 

‘Chapeau’, riep Mart Smeets van de week. ‘Petje af’, riep ik. En toen hoorde ik van een groep van dertien vrouwen die het hele Tour de France-parcours een dag vooruit fietst en dat al voor het vijfde jaar doet. Het hele parcours inderdaad. Letterlijk. Dus als wij vandaag zien dat het stoere-mannen-peloton met bijbehorend mediacircus de Alpen in trekt, waren die dertien vrouwen daar gisteren al. Maar dan zonder mediacircus, zonder de hordes verzorgers, zonder een uitzinnige menigte om ze moed in te schreeuwen en zonder verkeersregelaars en dranghekken die maken dat ze overal vrijuit kunnen fietsen. Wat betekent dat zij dus wél moeten stoppen voor rode stoplichten en voorrang moeten verlenen op kruisingen, waardoor ze in feite een nóg zwaarder parcours rijden dan de mannen. En rijden doen ze, die vrouwen. 

 

Wat hen bezielt? Tot 1989 bestond de Tour de France Féminin, die gold als opmaat voor de mannenrace en waarbij de vrouwen wél mochten profiteren van de infrastructuur en de media-aandacht van de ‘echte’ Tour. Om niet nader geduide ‘organisatorische redenen’ kwam aan de wielerronde voor vrouwen een einde. Wat jaren daarna startte, als pleit voor de heropleving van vrouwelijke wielerwedstrijden, de Donnons des Elles au Vélo J-1 – letterlijk vertaald ‘geef haar de fiets een dag vooruit’. Let wel, we hebben het hier dus over amateurwielrensters die zich inzetten voor de gelijkheid van mannen en vrouwen in de sport in het algemeen en in het wielrennen in het bijzonder. Dit jaar dus voor het vijfde jaar en tevens voor het eerst dat er een Nederlandse deelneemster voor werd geselecteerd. 

 

 

Haar naam is Caroline Folmer – een vrouw van de buitencategorie mogen we wel zeggen – want naast haar baan als managementconsultant bij Bain & Company, heeft ze zich de laatste drie weken zonder morren dag na dag en etappe na etappe door Frankrijk gebikkeld. Ook toen de thermometer de dertig graden royaal aantikte en heel Nederland liep te piepen. Op de vraag welke offers ze moest brengen om deze prestatie te kunnen leveren zei ze, een beetje onderkoeld: ‘Ik ben verslaafd aan kaas. Omdat nu alles met mate moet, kan ik me daaraan niet meer te buiten gaan. En een hamburger? Niet langer een wekelijkse gewoonte maar eerder een maandelijkse luxe.’ 

 

Wat Caroline Folmer en al haar mede-amateurwielrensters verdienen? Aandacht! Zodat we de Tour de France Féminin binnenkort weer terug mogen verwelkomen en deze bikkels (v), net als de bikkels (m), mogen rekenen op de infrastructuur en de media-aandacht die deze helse tour net iets minder hels maken.

 

Chapeau, Caroline! En petje af.

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans