Omvergeblazen door Tina, de musical

 

Het was natuurlijk toeval dat de première van Tina, de musical plaatsvond in het Utrechtse Beatrixtheater.

 

Aan de Croeselaan, waarvan het laatste zijstraatje, de Bolksbeekstraat, mijn veilige fort was tijdens mijn studentenjaren. Een bovenwoning die ik deelde met huisgenote B, met een telefoon vermomd als kauwgomballenautomaat op de gang. Het was misschien vijfhonderd meter van het theater waar de première van Tina plaatshad, maar de wereld die daar geschetst werd had niet verder af kunnen staan van mijn veilige warme bedje.

 

Natuurlijk wist ik van Ike, Tina, de losse handjes en de cocaïne. Maar er was nog zoveel dat ik niet wist. Van de vervelende moeder die haar in de steek liet en die zich op haar sterfbed wel liet verwennen door Ike, a.k.a. de man die haar eigen dochter zestien jaar mishandeld heeft. Van de impasse waar Tina in zat na haar breuk met Ike. De jaren van armoede waarin ze overdag schoonmaakte en ’s avonds optrad. Van de rassenverschillen die nog zo aanwezig waren in Amerika.

 

Wat ik wel wist was het moment waarop ze bebloed na een gevecht met Ike aanklopt bij een hotel. ‘Ik ben Anna Mae Bullock, ik heb 36 cent, maar kunt u me een kamer geven. Ik beloof u dat ik u terug zal betalen.’

 

Het was zondagmiddag en ik moet zeggen dat naar musicals gaan niet bepaald de hobby is van mijn teerbeminde. Maar hé, het was een première en alleen is maar zo alleen, dus hij zette zich over de drempel. Toen ik bij de eerste scène al probeerde om de dijken voor mijn traanbuizen op te hogen door mijn vingers er tegenaan te drukken, zag ik nog even een opgetrokken wenkbrauw bij hem, maar daarna was ook hij om.

 

Dat kwam door het decor, de projecties op de achtergrond, de slimme manier waarop sommige liedjes op een natuurlijke manier ook gewoon in het Engels gezongen werden (al heeft Han Koreneef ze echt heel goed vertaald waardoor de lading van het nummer soms nog beter overkwam), maar vooral kwam dat door Nyassa Alberta. Wat. Een. Vrouw.

 

Wat. Een. Stem. Wat. Een. Lichaam. Tina Turner spelen heeft een hoog karikatuurgevaar. De pasjes, de kleding, het haar. Eigenlijk lijken er twee mogelijkheden: of je doet haar na of je wordt een karikatuur. Nyassa Alberta ís Tina. In alles. Tot aan haar tranen op het einde toe.

 

Mijn lievelingsmomenten:

Als Tina voor het eerst zonder Ike zingt bij Phil Spector. Zonder band, in een lege studio met technicians en hun ‘wall of sound’. ‘Zing niet zo gehaast,’ zegt Spector. ‘Zoek de verbinding met God in jezelf, denk je dat je dat kunt, Tina?’ Ja, dat kan ze. Nyassa komt bijna los van het podium tijdens dit nummer. En als ze eindelijk besluit (als Ike haar zoon begint te meppen met zijn riem) om Ike er zelf eens stevig van langs te geven in plaats van alleen maar te incasseren, duikt het publiek bijna het podium op om haar te helpen.

 

Bij het applaus had ik bijna medelijden met Juneoer Mers, de acteur die Ike speelt en heel verstandig met een witte-I-come-in-peace-zakdoek het podium opkwam.

 

Tina eindigt zoals het begon, met Tina en haar iconische kapsel, haar rode leren strapless jurkje (‘Ik draag geen korte rokjes om sexy te zijn, ik draag korte rokjes zodat ik vrij kan dansen’) en gelukkig haar eindelijk gevonden liefde Erwin Bach aan haar zijde.

 

We wikipediaën de hele terugweg. Over Ike die op zijn 76ste is gestorven aan een overdosis cocaïne. Over haar kinderen waarvan zoon Craig op zijn 59ste zelfmoord pleegt. En dat hoort ze als ze te gast is bij een show van Giorgio Armani (in wiens jurk ze uiteindelijk met Erwin is getrouwd). Over haar halfzus die omkomt bij een auto-ongeluk in de jaren ’40.

 

Maar ook over Erwin. Haar grote, echte en enige liefde. Ik vind een fragment waar ze aan Oprah vertelt over Erwin die, na 25 jaar liefde, zijn nier aan haar afstaat. Als ze zegt dat ze op dat moment denkt ‘Misschien houdt hij echt van me’ moet ik weer een beetje huilen.

 

Tina, je hebt me met windkracht 20 omvergeblazen. Vergeleken met jou was Ciara een lentebriesje.

 

 

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach