Nu. Even. Niet!
Roos werkt maar door. Het moet. Maar moeder en kind hebben aandacht nodig. Hoe zou Asscher dat doen?
Hij is het nooit. Al vijf jaar niet. Zo klein en frêle als mijn jongste zoon oogt, in wezen heeft hij het sterke gestel van een blokbetonnen bouwvakker. Maar uitgerekend nu gebeurt het toch. Hij is ziek. En niet zo’n beetje ook. IJlen, koorts, jammeren, leeghoofdig in de verte staren, hij doet het allemaal. En dat terwijl zijn vader er niet is. En mijn agenda overloopt.
Tegelijkertijd glibbert mijn moeder op het gladde pad van een depressie. Twee stapjes vooruit, drie naar beneden, het zwart soms even verdreven, een tel later beestachtig terug.
Mijn moeder ziek. Mijn zoon ziek. En ik heb een tiental belangrijke afspraken en moet een boek afronden.
Met kloppende slapen probeer ik te redden wat er te redden valt. Ik sjees langs mama, troostende woorden en helende groene sappen in de hand. Ik dep mijn zoon met koude doekjes. Ik bel zakelijke contacten terwijl hij me sproeiend onderkotst. Ik tik tot diep in de nacht. En intussen denk ik aan Lodewijk Asscher. Aan zijn mooie oproep tot het recht op onbereikbaarheid. Bij modern werken hoort ook moderne bescherming, zegt hij. Je hoeft niet altijd aan te staan en dat moeten werkgevers weten, aldus Asscher.
Hij heeft een punt maar zijn plan is onuitvoerbaar. Want bedrijven hebben hun eigen culturen, daar helpt geen wetje aan. Ik ben zo benieuwd hoe hij het zelf doet als Mark Rutte ’s avonds belt in een crisissituatie. ‘Nu even niet Mark, ik zit ‘Downton Abbey’ te Netflixen.’ Het lijkt me sterk dat hij dat zegt.
Toch heeft zijn oproep een zaadje geplant. Met de stukjes kots in mijn haar, de telefoon aan mijn oor, de zorg om mijn kind en mijn moeder in mijn hoofd besluit ik: wat niet kan, dat kan niet. Ik trek de stekker er vandaag uit. ‘Downton Abbey’ is een heerlijke serie.
Van tafeldame bij ‘De Wereld Draait Door’ tot deelnemer aan ‘Wie is de mol?’ Van columnist in het Parool tot het toneelstuk ‘Ajax mijn club’. Veelzijdiger dan journalist/schrijfster Roos Schlikker bestaat niet.
Fotografie: Brenda van Leeuwen