Nou en of drinken het nieuwe roken is

 

Maar ik ben van de generatie ‘wisten wij veel’ als het op roken en drinken aankomt.

 

 

 

Waarschijnlijk rookte mijn hele brugklas en zoop iedereen zich weleens half van de wereld – of deed op z’n minst alsof om erbij te horen. Wie de wilde sixties en seventies heeft meegemaakt weet dat roken als in een rechttoe rechtaan sjekkie draaien nog aan de suffe kant was en een biertje vergelijkbaar met een frisje. Hasj was in ieder geval cooler, spacecake lolliger en een trip op lsd plus psychedelische muziek de bom – soms ook letterlijk, als er geen maat was gehouden.

 

Aan meer dan een sjekkie en een pilsje deed ik nooit, aan dry January doe ik nog steeds niet en door de week geen drup wil ook al niet. Maar toch… Een tijdje terug kregen we een diner met wine pairing aangeboden – acht hysterische gangen met inderdaad bij elke gang een bijpassend glas. Wat ik at, die laatste gangen? Al sla je me dood. Wat me vooral bijbleef van die avond is de ochtend erna en de rest van die hele dag die ik in z’n geheel af heb moeten schrijven wegens een kater waarbij de ergste graad van zeeziekte verbleekt.

 

Waarna niet alleen de maat vol was, de grens bereikt en het leergeld betaald, maar ik ook, opeens en voor het eerst in mijn leven, als vanaf een afstand naar mezelf ging kijken. Naar mezelf als achteloze gewoontedrinker die zich niet per se afvroeg of dat nou nodig was, dat kom-laten-we-nog-een-flesje-ontkurken en die altijd uitnodigend het glas omhooghield om bijgeschonken te worden omdat ik er zo goed tegen kon en het leven sowieso te kort vond om te beknibbelen op de geneugtes.

 

Vorige week schoven we aan bij een eetclub en vertelde ik erover. Over dat drie glazen mijn nieuwe max zijn omdat ik anders morgen etcetera enzovoorts en dat ik rood na wit in elk geval niet meer trek en dat dat eeuwige bijschenken ook de dood in de pot is, dus geef mij maar een spaatje om mee te beginnen. ‘Is het leven nog wel leuk?’ vroeg iemand.

 

Waarna niemand antwoordde want wat viel er nou te antwoorden? Hij die het leven steeds leuker ging vinden naarmate de avond vorderde stond om de haverklap op om iedereen nog eens bij te schenken en pas toen bijna alle handen over de glazen gevouwen werden viel het kwartje en schonk hij alleen zichzelf bij.

 

Was ik net zo erg? Nee toch? Zo erg was ik toch niet?

 

 

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans