Nog even over het corps

 

Ik ben geen corpsmeisje. Nooit gewild en nooit geweest. Ik zag ze heus hoor, fietsend door Utrecht.

 

 

 

Allemaal in tenue, trui van de vereniging aan, Corel-broek eronder en hard pratend de stad door. Ik kom niet uit een academische familie dus die corpstraditie is me niet met de paplepel ingegoten, bovendien had ik toen al een voorliefde voor romige, boterzachte liefst houtgerijpte Chardonnays en iets zei me dat ik daar in de Utrechtse Woolloomooloo wel naar kon fluiten. En oh ja, ik volgde ook nog een balletopleiding van twaalf uur per week; ook niet echt een beste combinatie met een actief studentenleven.

 

Niet vies van een feestje haakte ik af en toe heus aan. Het zuipen en de verschillen tussen de meisjes en de jongens vielen me op, maar echt druk maakte ik me er niet om. Zo is mijn relatie met het corps eigenlijk altijd gebleven. Ik had er niets mee, verwonderde me over de ontgroeningsriten, maar vond vooral dat iedereen zelf zijn leven moest invullen. Een beetje de nooit gerookt hebbende niet-roker tussen de rokers, dat was ik.

 

Het corps kon ook zijn voordelen hebben. Mijn corpsgaande vriendinnen bezitten een bataljon aan briljante contacten. Altijd wel een topadvocaat/chirurg of gynaecoloog in de buurt. Bovendien begrijp ik de oerfunctie van een studentenvereniging goed. Je komt nieuw in een vreemde stad, ver van huis. Waarschijnlijk zaten je ouders ook bij die vereniging en zijn er veel lijntjes die een veilig vangnet vormen. Dat daar een biertje of twintig mee gepaard gaan, daar kan ik ook nog inkomen. Maar toen er zo serieel gezopen werd dat er mensen stierven tijdens de ontgroening, kon ik niet meer enthousiast reageren als een moeder trots vertelde dat haar kind was ingeloot bij het corps.

 

Het corps beloofde verbetering. Op vele fronten. Dat dit niet helemaal gelukt is werd eergsiteren duidelijk toen er beelden uitlekten van een speech waarin vrouwen met sperma-emmers werden vergeleken, het etiket ‘hoer’ kregen opgeplakt en het ook nog tot akkoord werd verklaard om ze de nek om te draaien om hen daarna te gebruiken als eerdergenoemde sperma-emmer.

 

Toen gisteren ook nog een ‘optreden’ van twee meisjes met ontbloot bovenlichaam en gescheurde panty’s die op de maat van de muziek ‘gekopt’ werden door jongens van het corps uitlekte, werd ik letterlijk misselijk.

 

Ondertussen is rector Heleen Vos er maar druk mee. Met bevestigen, zich excuseren, vertellen dat het hier een ingehuurde act betrof (wat het wat mij betreft alleen maar erger maakt want hierover is dus bewust nagedacht) en vragen of de trial by media ophoudt.

 

Ik hoop dat Heleen Vos con suis zich nu vooral bezig gaan houden met het teruggaan naar de waarden van het corps. Zorgen voor een vangnet, vriendschappen, een goed netwerk. Dat het corps weer wordt waar het ooit voor bedoeld was. Geen broedplaats voor vergiftiging in fysieke en emotionele zin.

 

Zo.

 

Beeld: Niemand In De Stad

 

 

 

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach