‘Moet ik mijn beste vriendin waarschuwen voor haar nieuwe winkelmedewerker?’
Nathalie, de beste vriendin van Barbara, is eigenaar van twee goedlopende kledingzaken. Sinds kort heeft Nathalie een nieuwe medewerker, een oude bekende van Barbara.
‘‘Je moet echt even komen kijken als je in de buurt bent’, zei mijn beste vriendin Nathalie toen ik haar laatst aan de telefoon had. Ze is druk bezig met de opening van haar tweede kledingzaak en het inwerken van twee nieuwe verkoopsters. Als ik aan kom lopen zie ik dat de etalage van de winkel nog beplakt is met oude kranten. Binnen is het nog een beetje een chaos. Werkmannen lopen nog af en aan met blikken verf, de gordijnen hangen nog niet voor de paskamers en Nathalie staat achter de toonbank mee te kijken als haar nieuwe kassa wordt geïnstalleerd. Ik zie ook twee vrouwen die druk bezig zijn om kleding uit dozen te halen die ze vervolgens op dikke houten hangers aan een rek hangen.
Nathalie heeft echt wel smaak zie ik. Om me heen zie ik luxe cashmere truien in prachtige kleuren, leren jasjes, dikke wollen mantels en smaakvolle accessoires. Helaas niet passend bij mijn budget, maar gelukkig heeft de Nathalie veel vaste klanten en gaat het goed met haar zaak. Zo goed, dat ze het wel aandurft om een tweede winkel te openen en daar een filiaalmanager in te zetten die de dagelijkse leiding krijgt. Iemand die ze kan vertrouwen en die ervaring genoeg heeft om de medewerkers aan te sturen. In deze krappe arbeidsmarkt was dat nog best wel een uitdaging want hoewel ze al een tijdje een vacature had uitstaan lukte het Nathalie maar niet om een geschikt iemand te vinden. Gisteren appte ze me dat het tot haar grote opluchting toch gelukt was. Een leuke vrouw met jaren ervaring. Nathalie had een paar gesprekken met haar gehad en het voelde goed.
‘Ik wil je graag aan mijn nieuwe kanjers voorstellen’, zegt Nathalie als ze me een beker koffie in mijn handen drukt. De vrouwen draaien zich om en ik zie opeens een gezicht dat ik herken van vroeger, toen ik zelf een weekendbaantje had bij een herenmodezaak. Een hoogblonde vrouw kijkt me aan met helderblauwe ogen en opeens zie ik haar wangen rood worden. Zo te zien herkent ze me ook en in een flits zie ik de paniek in haar ogen. Koortsachtig probeer ik op haar naam te komen. ‘En dit is Sasha’, zegt Nathalie. Ik voel een ijskoude hand in de mijne en als ik haar nog een keer aankijk weet ik het zeker. Dit is die collega die destijds op staande voet werd ontslagen omdat ze in de winkel jarenlang op slinkse wijze geld wist te stelen. Ze had toen een manier gevonden om in het kassasysteem te rommelen en zo iedere week cash geld te verduisteren.
Niemand verdacht haar van diefstal. Niemand, want Sasha zorgde er wel voor dat iedereen dacht dat ze heel eerlijk was. Zo had ze iedereen wijsgemaakt dat ze de mantelzorger van haar moeder was en er helemaal alleen voor stond. Er was geen contact meer met haar vader en haar vriend had haar ook al in de steek gelaten. Die kon er niet tegen dat ze zoveel tijd aan haar zieke moeder moest besteden. Kortom ze was zielig en verdiende de sympathie van iedereen op de werkvloer. Daarom duurde het ook zo lang eer de eigenaar van het bedrijf zeker wist dat het Sasha was die geld verduisterde. Hij kon simpelweg niet geloven dat deze vrouw, die jarenlang voor hem werkte, de boel zo belazerd had.
En nu staat ze hier, jaren ouder, in de nieuwe winkel van mijn beste vriendin, die Sasha nu ook vertrouwt met de kassa en de inventaris. Koortsachtig probeer ik te bedenken wat ik nu moet doen. Zal ik meteen zeggen dat we ooit collega’s waren om zo Sasha de kans te geven om zelf met de waarheid naar mijn vriendin te gaan? Of zal ik straks met Nathalie bellen om te vertellen wat ik weet over haar nieuwe filiaalmanager? Of moet ik mijn mond houden en ervan uitgaan dat Sacha haar lesje wel geleerd heeft en haar een tweede kans gunnen?’