M’n moedertje

may fb

 

Van het laatste stukje dat ze zelf moest lopen, maakte hij een foto.

 

 

 

 

“Geen druppeltje bloed, geen pijn, het was zo gebeurd.” Dit is het standaard antwoord van mijn moeder als je haar vraagt naar haar bevalling. Toen ze het bevallingsverhaal voor de 97ste keer vertelde (mijn moeder mag graag uit het vaatje met verhalen van vroeger tappen) waar mijn verloskundige bij was, zei mijn verloskundige dat dit fysiek onmogelijk is. “U heeft pijn gehad, mevrouw. Maar u hebt het verdrongen. Dat gebeurt bij veel vrouwen. Anders zouden er namelijk nooit meer baby’s worden geboren.” Ik geloof dat mijn moeder het nog steeds niet geloofde. Want zo is ze. Het is niet dat ze pijn niet toelaat in haar leven, maar ze weigert wel om het de dagen die wel mooi zijn te laten beïnvloeden.

 

De laatste tien jaar heeft het leven haar best wat tikken uitgedeeld. Het begon met borstkanker die weliswaar behandelbaar bleek, maar wel vroeg om amputatie (ik haat dat woord zo erg), reconstructie en als toetje het aannaaien (excuses voor mijn wat plastische medische vocabulaire) van een tepel. Dat laatste leek haar een wandeling in het park, want hé, dit was puur esthetisch en de echte klus was al geklaard, maar bleek de vervelendste van alles.

 

Daarna volgde een periode van minder zicht. We dachten staar, het bleek een tumor. In haar hoofd. Er volgde een operatie van negen uur en een zomer die in het teken van bestraling stond. En oh ja, ondertussen maakte mijn vader een klein ritje met zijn Sibculoose motorclub en werd bij een snelheid van 30 kilometer per uur in een greppel gesmeten door een bestuurster die, ik maak geen grap, een kriebel in haar broek had en krabben net even iets belangrijker vond dan op de weg letten. Het resultaat was een ernstig realistische versie van de lamme en de, net niet meer, blinde. Maar klagen? Nooit. Het enige dat ik mijn moeder over die periode heb horen zeggen is dat ze dit nooit meer gaat doen. Wat de situatie ook is, een operatie is wat haar betreft uitgesloten.

 

Langzaam kroop mijn moeder omhoog. Zo vaak ze kan, verblijft ze in ons huis in Italië. Autorijden doet ze niet meer, maar wandelen met de hond, zwemmen, eens in de twee weken naar de kapper, met de buurvrouw naar de ecologische boerderij om verse eieren te halen, dat doet ze allemaal.

 

Een paar maanden geleden las ze in een Italië Magazine dat mijn geliefde voor haar had meegebracht over een Nederlandse vrouw die yogalessen geeft in Puglia. Bijna bij haar om de hoek. “Ik ben vast de oudste en de slechtste, maar ik ben ook niemand tot last,” was haar motto en dus meldde ze zich aan. De eerste les was op zondagochtend met aansluitend een Italiaanse lunch. Mijn vader bracht haar naar Ceglie Messapica, een klein stadje iets verderop. Van het laatste stukje dat ze zelf moest lopen, maakte hij een foto. Ik zie twee duidelijk ervaren yoga-beoefenaars in gesprek met hun matjes op de rug en mijn moeder die wat onwennig de trap naar de locatie beklimt en zich omdraait om nog even naar mijn vader te zwaaien.

 

Als ik haar later app om te vragen hoe het was, zie ik dat haar profielfoto is veranderd. Die foto waarbij ik een half kind zag en een deel van een paardenneus (mijn moeder heeft heel veel kwaliteiten, maar kennis van en interesse in de telefoon hoort daar niet bij), is vervangen door de Pleun-op-weg-naar-de-yoga-les-foto. Ze heeft het vast per ongeluk gedaan, maar ik stuiter van trots.

 

 

 

 

 

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach