Liefdevol verwaarlozen
Miloe: Tuurlijk, te veel afremmen remt de ontwikkeling van jongens. Dat vind ik ook. Maar dat geldt net zo goed voor mijn dochter.
‘Mama!’ ik kijk op en zie mijn dochter met haar ene hand naar me zwaaien terwijl ze met de andere de bovenste stang van het klimrek vasthoudt. Haar oudere broer bungelt ergens aan de onderkant. Ze heeft altijd meer gedurfd dan hij, klimt overal op, kruipt overal doorheen. Het is een kwestie van karakter. Ze is avontuurlijker ingesteld en we hebben haar, de tweede, vast meer vrijgelaten dan de oudste. Hoe dan ook zijn hun karakters zijn nogal in tegenspraak met de SIRE campagne ‘Laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn.’ Toch juichte ik het onderwerp toe, want mijn zoon heeft wel degelijk moeite met het keurslijf, met concentratie, met ijverig zijn. Meer bewegen, meer doen in plaats van stilzitten in de schoolbanken, ik juich het toe. Maar toen ik het spotje bekeek, jongens zag rennen over idyllische velden, in bomen zag klimmen en een voice-over hoorde zeggen dat we bang zijn voor een kapotte broek en SIRE daarom een onverwoestbare broek presenteert, was ik minder enthousiast. Is dit nou waar het om draait? Om angst voor een gat in een broek? ‘Te veel afremmen remt ook de ontwikkeling van jongens’, zegt SIRE in het spotje. Dat klopt, alleen geldt dat net zo hard voor meisjes.
Bij alle kinderen draait het om de balans tussen caring (zorgen voor) en daring (uitdagen), legde iemand me laatst uit. Kleine baby’s hechten zich na de geboorte meestal vooral aan hun moeder, bij haar vinden ze emotionele geborgenheid, ze worden vooral door haar getroost als ze huilen. Dat biedt hen zekerheid en vertrouwen. Als ze opgroeien en de wereld ontdekken, leren ze risico’s nemen van de andere opvoeder, vaak is dat de vader. Als ze van hem in die boom mogen klimmen, hij even op ze wacht, groeien en leren ze. Dat heet daring. Als dat in balans is ontwikkelen kinderen zelfvertrouwen en durven risico’s te nemen. Dat heeft niks met jongens en meisjes te maken die zich anders ontwikkelen, maar met een kind vrij durven laten en er tegelijkertijd voor hem of haar zijn. Met liefdevol verwaarlozen zoals dat zo mooi heet.
Ik tuur naar mijn dochter die het klimrek uit is gesprongen en nu een muurtje heeft gevonden waar per se ze op wil klimmen. De schrik slaat me om het hart. Ik wil iets roepen over hoog, zie een mitella voor me, maar ik weet dat ik moet blijven zitten. ‘Heb vertrouwen’ mantra ik tegen mezelf terwijl ik kijk hoe mijn man haar een zetje geeft. Hop daar gaat ze, balancerend over een smal stukje stenen. Ik weet dat mocht ze vallen, ze naar mij toe komt. Dat ze het liefst wil dat ik haar tranen droog. Cliché? Ja. Erg? Nee. Ik ben heel erg voor een gelijke taakverdeling, ik vind dat mannen net zo goed luiers kunnen verschonen als vrouwen, net zo goed zijn in het huishouden (in mijn geval zelfs veel beter). En toch denk ik dat vrouwen vaak net wat meer zorgend zijn ingesteld, wat angstiger zijn voor de gevolgen van klimpartijen. SIRE had misschien beter een vervolg kunnen maken op de ‘wie is toch die man die op zondag het vlees snijdt’ campagne. Want met de aanwezigheid en beschikbaarheid van beide type ouders, is een onverwoestbare broek echt niet nodig.
Freelance journalist Miloe van Beek is wars van mooie plaatjes, en altijd op zoek naar het echte verhaal. Ze is chronisch chaotisch, heeft geen enkel paar dezelfde sokken, maar wel twee luidruchtige kinderen, een ongehoorzame hond, twee katten en een man met een carrière.