‘Mijn vriendin heeft corona en ik vind het net goed voor d’r’

 

Cindy merkt dat haar vriendschappen enorm zijn veranderd sinds we te maken hebben met het coronavirus, en niet op een positieve manier. De reden: Cindy merkt dat haar vriendinnen er maling aan hebben en het niet serieus nemen.

 

 

“Vanaf het begin van corona heb ik het fenomeen serieus genomen. Dat vond iedereen behoorlijk zeikerig, geloof ik. Ik was het die mijn werkgever wees op de regels en spoorde hem aan om nou eens echt looppaden aan te leggen en overal desinfectiemiddelen neer te zetten. Ook was ik de eerste die thuis wilde werken, omdat ik voelde dat we dit alleen maar konden blussen door allemaal grondig te werk te gaan.

 

Ik voelde meteen al een polarisatie tussen mijzelf en mijn vriendinnen. Zij vonden het allemaal vreselijk overdreven en pasten niks aan. Etentjes gingen gewoon door, de avondklok werd totaal genegeerd en als ik zei dat ze niet binnen konden komen omdat de schoonmaakster en de bijlesjuf van mijn zoon al binnen waren, begrepen ze daar niets van.

 

Eigenlijk was ik wel blij dat ik een legitieme reden had om niet bij etentjes te zijn, want ik werd helemaal gek van al die coronaverhalen. De theorieën vlogen over tafel. Allemaal structureel niet onderbouwd en allemaal met dezelfde conclusie: het was allemaal onzin, iedereen deed het verkeerd en olé olé, wij nemen er nog een.

 

Uitgerekend ik, de voorzichtige, kreeg corona. Geen idee hoe, maar ziek dat ik ervan was. Mijn vriendinnen waren lief voor me, heus, maar ik weet duizend procent zeker dat ze om me hebben gelachen tijdens de etentjes die gewoon weer doorgingen. Het was exact de bevestiging van alles wat ze al vermoedden: je kan het toch niet voorkomen. Het is een tombola of je het krijgt of niet, dus je kan het maar beter leuk hebben.

 

Maar nu, met de haven in zicht want bijna iedereen is gevaccineerd, heeft mijn vriendin corona. Met alles erop en eraan (nou ja, geen ziekenhuisopname maar ze is wel beroerd, en ze kan niet met vakantie). Ik vind het erg, sta klaar voor haar, heus, maar een piepklein gniffeltje van gerechtigheid, ja, dat heb ik wel.”