Wieke is eigenlijk al haar hele leven een influencer

 

Mijn oude doos is een spannende grabbelton.

 

Ik laat nu even een stilte vallen… Zijn we er weer allemaal? Na alle bijgedachten over een ouwe doos? Gezellig. In die doos vond ik toch onlangs dat erbarmelijke interview met mijn moeder? En nu vind ik mijn Rijam schoolagenda van 1965/1966.

 

 

Met foto’s van Adamo en Swiebertje. En van prinses Christina, die ik een baard gaf. Zie foto. Toen was ik al een influencer. Echt. Pas in de volgende eeuw verscheen Conchita Wurst met de baard. De spreuken die bij elke dag staan, verzameld door de niets-van-pubers-begrijpende Rijamredactie, zijn bloedstollend oubollig. Deze van Ernst Raupach (nooit van gehoord… even googelen: een Duitse toneelschrijver uit 18 zoveel, daar heb je het al): ‘Wat plotseling komt heeft steeds de kracht van een wonder.’ Met dat gezegde was hij nu, in onze spannende tijden, bij de grens teruggestuurd. Mooi dat wij zouden bedanken voor zo’n eng wonder.

 

 

Van de week heb ik naar de documentaire ‘De zware jas van Beatrix’ zitten kijken. Ik zocht 10 maart op in mijn oude Rijam en zie de foto: wij kregen vrij om naar de huwelijksinzegening te kunnen kijken. Mijn ouders waren de hele dag onder de pannen tijdens deze bruiloft. Ik herinner me nog hoe de avondjurk van mijn moeder nog niet af was. In de auto, op weg naar de kerk, zat ze nog het restje van de zoom te doen. Wij kinderen zaten voor de buis met een grote zak patat, want onze ouders waren er – heerlijk – de hele dag en avond niet.

 

 

Ik stuit op eind april. Twee bladzijden met ‘VRIJ!’ en veel vlaggen. Alweer: zie de foto. Ik moet aan de jongeren van nu denken, die geen schoolexamen kunnen doen. Wij toen wel, en daar mochten we ons thuis op voorbereiden. Wij hadden een heerlijke, sentimentele laatste schooldag en de uitslag van ons eindexamen kregen wij als hele klas te horen van de rector, onze mentor en onze lerares gezondheidsleer, die arts was. Zij kwam ook, omdat er vast iemand flauw zou vallen. Dat wist je maar nooit, op onze MMS. Ik zie ze nog binnenkomen. Ik wist vrijwel zeker dat ik bij de gezakten zou horen. Onze rector had de afstandelijkheid uitgevonden. ‘Wij hebben helaas drie van jullie moeten afwijzen. Ik noem alfabetisch op wie dat zijn.’ Hij keek op zijn lijstje en deelde de eerste klap uit: ‘Netteke Bracht!’ Zo zielig en onverwacht. Verpletterd keken we haar na, want ze moest op de gang wachten op de dokter. Ik besefte niet eens dat ik dus bij de geslaagden hoorde, want Bracht kwam na Biesheuvel. Pas toen slachtoffers twee en drie het lokaal uit waren, durfden we weer adem te halen en voorzichtig te juichen: wij hadden het gehaald! Maar wat was het eigenlijk misdadig om het zo te doen. ‘Nu je erover geschreven hebt, kun je hem mooi weggooien’, vond Man. Dacht het niet. Ik vind net een spreuk die vandaag ook nog wel kan. Van Sainte Beuve… (moet ik alwéér googelen), een Franse schrijver: ‘Een beetje dwaasheid schaadt niet; dat werkt juist als gist.’ O zo. 

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel