‘Mijn hond is de baas in deze buurt’, zei de man
De laatste keer was een teckeltje het haasje.
Het was het type opgeblazen onderdeurtje en ik twijfelde geen moment of hij meende het bloedje serieus. Een stemmetje in mijn achterhoofd zei me dat ik mijn hoofd dan ook maar beter kon houden en door moest lopen. Ik gehoorzaamde het stemmetje zonder morren. Op veilige afstand draaide ik me nog een keer om. De man en zijn hond waren blijven staan om mij en mijn hondje na te kijken. Nog geen poot was er verzet sinds ik doorgelopen was. ‘Kom maar poppie,’ suste ik mijn hond, die zelf ook allang gevoeld had dat ze zich maar beter koest kon houden, en daarna sloegen we bij de eerste de beste gelegenheid af. Uit het zicht van man met baas.
Niet lang na mijn kennismaking met dit malle koppel vroeg een buurvrouw me of ik het al gehoord had, dat er alwéér een hond was doodgebeten door die enge Japanse vechthond verderop. Ik wist van niks. Ook niet dat er al eerder honden waren doodgebeten. Het laatste slachtoffer was een teckel, wist ze. Het beestje had zich vol overgave op zijn rug gedraaid, maar omdat deze hond geen hondentaal spreekt, had de teckel het niet overleefd. Zijn ingewanden zouden op de stoep te hebben gelegen.
Er schijnt al een tijd een aanlijn- en muilkorfgebod voor deze bloedhond te gelden – een tosa inu heet het beest officieel, ofwel een ras dat in Japan enkel en alleen voor hondengevechten is gefokt. Maar aan geboden houdt de man in kwestie zich niet – en waarom zou hij ook als je bedenkt dat zijn hond de baas is in deze buurt? De politie wordt regelmatig gealarmeerd als buurtbewoners de twee de straten af zien schuimen. Een keer is de wijkagent op zijn dienstfiets poolshoogte komen nemen. We kunnen ons allemaal voorstellen dat hij het daarbij heeft gelaten.
‘Maar ja, wat wil je ook?’ vroeg mijn buurvrouw. In deze stad worden advocaten en misdaadverslaggevers rücksichtslos overhoop geknald. In deze stad wordt een studentenflat ijskoud in de hens gestoken omdat er zoiets onbenulligs als een regenboogvlag in een gang hangt en worden agenten ook zonder reden met stoeptegels bekogeld. In deze stad worden afgehakte hoofden in portieken gevonden en kindertjes in containers gedropt.
In deze stad moeten we gedogen dat tosa inu de baas is en is het enige wat we ertegen kunnen doen het op een heel hard hollen zetten mocht dat nodig zijn en verder vooral helemaal niets zeggen – of verwachten.