‘Mijn dochter laat zich te veel meesleuren met de trends’
Pleunie, de dochter van Esmée, zit in het derde trimester van haar zwangerschap. Heel spannend voor iedereen en Esmée heeft veel zin om voor het eerst oma te worden. Er zit haar alleen iets dwars: Pleunie is nogal veranderd door alles om haar heen.
‘Pleunie is altijd al heel betrokken geweest bij iedereen. Het zou weleens goed voor haar zijn om iets minder empathisch vermogen te hebben, denk ik weleens. Ze is echt een wereldverbeteraar, met het hart op de goede plek en ze kan zo slecht tegen onrecht. Allemaal heel mooie en goede kwaliteiten, maar steeds vaker gaat het ten koste van haarzelf.
Midden in de coronacrisis ging mijn zwangere dochter protesteren voor Black Lives Matter op de Dam in Amsterdam. ‘Doe nou niet, doe nou voorzichtig’, zei ik — ze is toch zwanger. Maar ze wilde en moest gaan van zichzelf. Ze vond het een te belangrijk doel om niet actief haar stem te laten horen. Een heel mooi gebaar, maar liever heb ik dat ze ‘veilig’ in haar huis zit zolang het virus nog rondwaart.
Het wordt een meisje; Pleunie krijgt een dochter. Dat weten haar vader en ik, en natuurlijk Pleunie en haar vriend, maar verder weet niemand het. Ze wil dat namelijk geheimhouden, niet omdat ze haar omgeving wil verrassen, maar omdat ze vindt dat het niet uitmaakt. Niet in de zin van ‘als het maar gezond is’, maar ze heeft er zelf nog geen mening over. Ze wil eigenlijk dat haar dochter (ze heeft er al moeite mee als ik het haar ‘dochter’ noem) zelf bepaalt hoe ze haar leven wil gaan leiden. Als meisje óf als jongen.
En dus wil Pleunie dat we het telkens hebben over ‘die kleine’, ‘het wondertje’, en andere genderneutrale woorden. Nou weet ik dat genderneutraliteit de laatste tijd veel in het nieuws is, en ik ben er helemaal voor dat het onder de aandacht wordt gebracht, maar dit gaat me zo veel te ver. ‘Het is gewoon een meisje,’ wil ik weleens roepen tegen mijn dochter, ‘je krijgt een dochter!’
Je kan toch niet van een baby verwachten z’n eigen sekse te kiezen? Ik heb ook eerlijk tegen Pleunie gezegd dat ik het heel ongezond vind genderneutraliteit op te dringen aan een kind. Veel belangrijker is om mee te geven dat het niet uitmaakt, mócht het zo zijn dat je kind zich zal identificeren met een andere sekse dan waarmee hij of zij geboren is… En die kans is enorm klein.
Pleunie vindt me bekrompen en is teleurgesteld dat ik haar hier niet in steun. Maar ik kan het me ook gewoon niet voorstellen, hoe ga je dat dan doen wanneer ze, tegen de tijd dat ze groot genoeg is, naar het toilet gaat in bijvoorbeeld restaurants? Welke moet ze dan kiezen? Hoe enorm verwarrend is het voor een kind als ze in die zin geen identiteit heeft?
Misschien ben ik ook wel te oppervlakkig hierin, maar deze trend (want zo zie ik het een beetje) gaat me zó de pet te boven. Ik snap er gewoon helemaal niets van, waarom zou je je kindje op deze manier willen opvoeden? Mijn man en ik zijn, voor zover we weten, altijd heel ruimdenkend geweest en hebben Pleunie gewoon opgevoed zoals ze is — een meisje. Ik heb mijn dochter beloofd me er meer in te verdiepen, maar ik weet niet eens waar ik moet beginnen.’