Maar sindsdien is Jacky veranderd. Verbitterd geworden. Vriendinnen raakten zwanger en Jacky zonderde zich af. Babyshowers, kraambezoeken: ze zei alles af. Omdat ze het niet aankon. Dat werd in het begin geaccepteerd, want het nieuws van haar ongewenste kinderloosheid was nog vers. Maar toen er wat jaren overheen gingen en Jacky steeds meer verbitterd raakte, haakten haar vriendinnen ook af.
En nu is Simone zwanger en herken ik mijn eigen dochter soms niet meer terug. De vroeger altijd vrolijke Jacky, die nu niet eens haar beste vriendin kan feliciteren met een zwangerschap. Ik heb geprobeerd op Jacky in te praten, dat het niet goed voor haar is dat ze zich afzondert en dat ze het niet kan maken mensen iets te misgunnen omdat het háár niet gegund is. Maar het is aan dovemansoren gericht. Jacky is onverbiddelijk: niemand begrijpt wat zij doormaakt. Het ligt niet aan haar, maar aan degenen die wél kinderen kunnen krijgen. Zij vindt het volledig normaal om de babyshower van haar beste vriendin te missen.
Ze heeft ook al aan Simone kenbaar gemaakt niet op kraambezoek te willen komen wanneer de baby er is, waarna Simone het contact heeft verbroken. Begrijpelijk, vind ik. Maar Jacky niet. Woest is zij, omdat ze zich zo onbegrepen voelt. Ze vindt het te confronterend om andermans kinderen te zien. Het doet me zoveel pijn dat mijn dochter zich zo gedraagt, maar minstens zoveel pijn dat ze er na al die jaren nog zoveel verdriet van heeft.
Inmiddels is ze al twee jaar in therapie, maar zie ik nog niet veel verbetering. En haar gedrag heeft haar naast vriendschappen ook haar laatste relatie gekost. Haar ex vond haar te verbitterd en kattig geworden. Ik probeer tot Jacky door te dringen, maar het lijkt alsof niks aankomt. En het erge is, ik snap de mensen die haar laten vallen. Ze lijkt een schim te zijn geworden van het leuke meisje dat ze ooit was. Inmiddels ben ik ten einde raad, ik wil zo graag mijn vrolijke, gelukkige dochter terug.’