Mijn buurvrouw blijft maar klagen

 

Als Margot naar haar nieuwe woning verhuist hoopt ze op een gezellige buurvrouw, maar de werkelijkheid valt vies tegen.

 

 

 

Als ik mijn hond in het park uitlaat kom ik mijn buurvrouw tegen. Haar dochtertje zit in de buggy en zwaait enthousiast als ze mijn hond ziet. Maar als de buurvrouw in de gaten krijgt naar wie ze zwaait draait ze bruuks de wandelwagen om en loopt de andere kant op. Stomverbaasd zie ik het gebeuren, maar ik heb geen zin om achter haar aan te lopen. Ik ben eigenlijk wel een beetje klaar met haar.

 

Een half jaar geleden zijn we naast haar komen wonen. We kochten ons droomhuis in een klein doodlopend straatje. Een jaren dertig woning waar het nodige moest gebeuren. We wisten waar we aan begonnen en vol goede moed begonnen we aan de sloopwerkzaamheden. Van de vloer op de benedenverdieping tot aan de leidingen op zolder, alles moest gebeuren. Een deel zouden we uitbesteden maar om kosten te sparen wilden we ook een hoop zelf doen. Dus toen er een container voor de deur op de stoep werd geplaatst staken we meteen de handen uit de mouwen. Uiteraard hadden we bij iedereen in de straat een briefje in de bus gestopt waarin we vertelden dat we nieuw waren in de buurt en dat we er alles aan zouden doen om de overlast zoveel mogelijk zouden beperken. Toen we bij de buren aan de ene kant kennis gingen maken reageerde hij heel enthousiast en als we hulp nodig hadden, dan moesten we maar een seintje geven. Maar bij de buurvrouw aan de andere kant was de ontvangst lang niet zo hartelijk.

 

De container had ze inderdaad al gezien. Of ik wist hoelang die daar zou blijven staan, want dat was erg onhandig omdat ze zo niet met haar kinderwagen over de stoep kon lopen. Het voelde nogal ongemakkelijk en dat werd nog erger toen ze nogal dwingend vroeg of we er rekening mee wilden houden dat haar dochtertje tussen een en drie lag te slapen. Het zou heel vervelend zijn als ze dan gestoord zou worden door het geluid van onze verbouwing. Ik probeerde me in allerlei bochten te wringen om uit te leggen dat ik dat heus wel begreep, maar dat we moeilijk het werk een tijdje neer konden leggen. De mannen die we inhuurden kosten nu eenmaal veel geld en het werk moest zo snel mogelijk af. Bovendien moesten mijn man en ik na een paar dagen weer gewoon aan het werk en zouden we veel in de avond en het weekend moeten doen. Toen keek ze me alleen maar aan en zei dat ze ervanuit ging dat ik wel rekening met haar zou houden en dat ze anders wel een seintje zou geven.

 

Nou, dat hebben we geweten. Om de haverklap stond ze voor de deur. Of we niet met de boor wilden werken, want de kleine lag te slapen. Of we in het weekend niet al om 8 uur wilden beginnen, want logeerde de kleine bij oma en dan konden ze eindelijk uitslapen. Of we wel zeker wisten dat we de houten vloer goed geïsoleerd zou worden. Of we misschien op pantoffels wilden lopen zodat ze mijn hakjes niet zou horen. Het irriteerde me op een gegeven moment zo enorm dat ik helemaal uit mijn slof schoot toen ze voor de zoveelste keer aanbelde. Uit nijd blafte ik haar toe dat we normale mensen zijn, die als een normaal gezin op een normale manier geluid maken. En als haar dat niet beviel dat ze maar moest verhuizen. En zonder nog iets te zeggen deed ik de deur dicht.

 

Ik weet het, het was enorm kinderachtig maar ik had zo genoeg van het gezeur. Sindsdien is ze niet meer aan de deur geweest maar als we elkaar op straat of zoals vandaag in het park tegenkomen doet ze net of ze me niet ziet. Jammer, want ik had graag leuk contact met mijn buurvrouw gehad. Maar eerlijk gezegd leek ze me niet het type waar je gezellig een kop koffie mee zou drinken, maar een zeer gefrustreerde vrouw die nooit tevreden is en verwacht dat ze de wereld naar haar hand kan zetten.